De zeilwagen van Simon Stevin: een uitstapje met de vijand
Dat men nimmerzag den zeeman zo verschieten Als toen hijvliegen zag de wielen met den sprieten Hugo de Groot
>Dat men nimmerzag den zeeman zo verschieten Als toen hijvliegen zag de wielen met den sprieten Hugo de Groot
>Monumentale statusnProvinciale monumenten vertellen het verhaal van de geschiedenis van Noord-Holland en zijn bepalend voor de identiteit van de diverse regio’s. Provinciale monumenten zijn beschermd op basis van de provinciale monumentenverordening. De provincie Noord-Holland wil dit erfgoed behouden en de beleving hiervan door haar bewoners en bezoekers zo breed mogelijk maken. De provinciale monumentenlijst bevat onder meer stolpboerderijen, kerken, waterstaatkundige werken, villa’s en industrieel erfgoed.n nAdres: Korfwaterweg 9, Petten
>De Verhalenkapper is een onderdeel van het Atlantikwall-project van Cultuurcompagnie Noord-Holland. In dit project worden verhalen verzameld over de gevolgen van de bouw van de Atlantikwall. Het kustgebied heeft door de oorlog een compleet ander aanzien gekregen. Op veel plaatsen is de vooroorlogse bebouwing verdwenen en na de oorlog vervangen door de typische wederopbouwarchitectuur. Over het moeizame maar ook spannende bestaan van de Noord-Hollandse kustbewoners gaat dit project.
>Vanaf voorjaar 1942 kwam het bouwprogramma van de Atlantikwall op gang. De Duitse bezetter legde langs het West-Europese kustgebied een verdedigingslinie aan. Deze linie liep van de Noordkaap in Noorwegen tot aan de Frans-Spaanse grens bij Bayonne. Op verschillende strategisch belangrijke plekken werden bunkers gebouwd: kustbatterijen en bunkers voor de landinwaartse verdediging. De omgeving van de bunkercomplexen werd spergebied, alleen toegankelijk voor Duitse soldaten en voor Nederlanders die er diensten voor de bezetter verichtten. Voor een effectieve landinwaartse verdediging was een vrij schootsveld noodzakelijk. Daarom werd in de meeste kustplaatsen de bebouwing langs de kust gesloopt. Voor Petten kwam dit neer op de sloop van het hele dorp. Alle bewoners werden gedwongen een andere huisvesting in de polder te zoeken. Hun huizen werden gesloopt, de bouwmaterialen werden afgevoerd.
>Mevrouw Bellis (1920) heeft de oorlog als volwassen vrouw meegemaakt. Zij is getrouwd met Jan Bellis. Ze vertelt over haar schoonvader die tijdens de oorlog Engelandvaarders over de dijk bij Petten helpt. Na een mislukte actie wordt hij opgepakt en hij belandt via Kamp Amersfoort in concentratiekamp Buchenwald waar hij na een jaar gevangenschap sterft. Na de oorlog wordt er een monument voor hem opgericht in het nieuwe Petten en er wordt een straat naar hem genoemd. In 1953 verhuurt mevrouw Bellis haar huis voor het eerst aan Duitse toeristen. Het nieuwe huis wordt afbetaald met inkomsten uit verhuur. In 1964 bezoekt mevrouw Bellis met haar man, zoon en kleinkind Buchenwald. Mevrouw Bellis is enkele maanden na de video-opname in 2011 overleden.
>De Voordracht-Centrale Alkmaar wist precies wat er onder het publiek leefde, toen zij begin jaren vijftig een ‘dolle schets’ liet maken voor een dame en een heer onder de titel ‘Hein en Trijn per atoomfiets naar de maan’. In het toneelstukje vertellen Hein en Trijn over hun doldwaze belevenissen op de maan waar ze met hun atoomfiets naar toe zijn gereisd. Atoomkracht stond enorm in de belangstelling in die tijd, iedereen sprak erover. In de tweede helft van de jaren vijftig verrees het eerste Nederlandse reactorcentrum in de duinen bij Petten.
>De toestand van het vissersdorpje Petten werd in de loop van de zeventiende eeuw steeds benarder. De Noordzee schuurde voortdurend zand weg van het strand en de duinen. Door die kusterosie spoelde het dorp langzaam maar zeker in zee. Maar ook aan de landkant dreigde gevaar. Bij storm kwam het zeewater over het strand heen en vulde een poel achter het dorp, de Braak of het Krabbewater. Het zag er zeer somber uit.
>Het is nauwelijks voor te stellen door hoeveel rampspoed het dorpje Petten, zo onschuldig en vredig ogend op een vroege, schuchtere zomerdag, is getroffen. Nog moeilijker voor te stellen is dat ditzelfde dorpje ooit enkele kilometers westwaarts lag, in wat nu de volle zee is.
>Het is nog aardedonker als bij visser Klaas Stins de wekker gaat. Hij staat op, schiet zijn kleren aan en rijdt even later met zijn blauwe bestelbus naar de net buiten Petten gelegen schuur waarin zijn boot is gestald. Met een oude tractor sleept hij de brede, open vissersboot de dijk over, het water in. Het is vier uur in de ochtend, de zee ligt er kalm bij. Stins snuift de frisse ochtendlucht op, werpt een snelle blik op het water en kijkt hoe het getij loopt. Het belooft een mooie visdag te worden. ‘De meeste vis vang je achter een storm aan,’ zegt hij op gedempte toon. ‘Als de wind weer is gaan liggen, maar de golven nog rollen. Het water is dan rijk aan zuurstof en de vissen zijn in beroering’.n nOp de strandhoofden staat een klein laagje water, een enkele vis schiet weg. Hij draait zijn eerste shaggie van de dag en start de buitenboord-motor, een 50 pk Yamaha. Een zeehond kijk verstoord op. Rustig schiet hij zo’n twaalf netten rond de kop van de basalten strandhoofden. De netten staan loodrecht in het water. Met een peddel geeft Stins een paar rake klappen op het water, in de hoop dat de opgeschrikte vis de netten inschiet. Het zijn geen gewone netten, zoals Stins geen gewone visser is. Hij is, had hij eerder uitgelegd, lid van de ‘geintegreerde visserij’. Een groep kustvissers met oog en hart voor de natuur. Stins en zijn collega’s vissen met zogenaamde kieuwnetten, netten met grotere gaten waarachter de vis met zijn kieuwen blijft haken. En niet te lang om de bijvangst zoveel mogelijk te reduceren. ‘Zo doen we de natuur nauwelijks schade. Grote vissers zeggen weleens- je moet de bodem van de zee omwoelen, net zoals een boer zijn akker ploegt. Mooi verhaal, maar er klopt niks van. Door die grootschalige, natuuronvriendelijke visserij, dreigt de zee op te raken’.n nNa een uurtje trekt hij met een lier de netten naar binnen, de dag licht op. Tevreden aanschouwt hij de vangst, flink wat zeebaarzen en verder wat harders en makrelen. Vroeger, in de tijd dat hij samen met zijn vader viste, waren de keren dat hij een zeebaars in de netten had op één hand te tellen. ‘We vingen toen veel harders en verder onder meer schol en griet. Maar schol zie je nauwelijks meer onder de kust, die zit tegenwoordig dieper op zee, terwijl het bestand aan zeebaars de laatste jaren goed is’. Waarom? Stins haalt zijn schouders op. Zo gaat dat in de natuur, die is onvoorspelbaar en altijd in beweging. Vertel hem wat, hij kijkt al tientallen jaren zijn ogen uit. Geloof nooit iemand die zegt de zee door en door te kennen, hij bluft, de zee laat zich niet kennen. Net als de godin Hera, lacht hij, ze was de mooiste op aarde, maar even onvoorspelbaar en onberekenbaar als de zee. Wat hij wel weet is dat alles met alles te maken heeft in de natuur. Dus als er straks zand voor de zeewering wordt gestort ter verdediging van de kust, zal dat van invloed zijn op de visstand. ‘Het zal een aantal jaren minder worden, dus zal ik moeten uitwijken naar de Waddenzee.’n nGert Hage/SLeMn
>In de nacht van 18 op 19 november in het jaar 1421 raasde een zware noordwesterstorm langs de Nederlandse kust. In paniek vluchtten de inwoners van het dorpje Petten de kerk binnen, in de hoop daar redding te vinden. Tevergeefs. Na het doorbreken van de zanddijk werd de kerk verzwolgen door de ziedende zee. De ramp kostte het leven aan 400 Pettenaren.
>