Van poldermolen naar elektrisch gemaal
Acht poldermolens stonden tot ver in de negentiende eeuw rond de Poel bij Monnickendam. Zij maalden het water vanuit de Ooster Ee op de Poel, die daardoor als molenkolk fungeerde. Het water van de Poel werd bij laag water geloosd op de Zuiderzee. Dit gebeurde via een sluis waarvan de wanden en de overkluizing nog steeds aanwezig zijn. Deze situatie is vergelijkbaar met die bij Uitdam. Alleen is hier de sluisopening blijven bestaan en wordt deze gebruikt door het huidige gemaal dat water uitslaat op het IJsselmeer.
>