‘Geen demonstratieve jodenknechtschap voor de klas’
‘Het afscheid van de Weesper Joden, van wie hij sommigen goed en al heel lang kende, greep mijn vader erg aan. Hij stond te huilen op het perron. We hebben de ons bekende families een hand gegeven en gewacht totdat de trein vertrokken was. Dat was de laatste keer dat we ze hebben gezien.’ Op 29 april 1942 verhuisden de Weesperse Joden naar Amsterdam. Vrijwillig was dat niet, de verplaatsing was in opdracht van de Duitse bezetters. De Joden hadden zelf woonruimte moeten vinden en hun spullen moesten ze achterlaten in Weesp, huisraad en al. De enige spullen die ze mee mochten nemen waren enkele stukken handbagage. Het gebeurde allemaal geruisloos. De enige twee niet-Joden op het perron waren Arend Bouhuys en zijn zoon Daan.
>