Zo verging het Schiphol tijdens de oorlog
Schiphol heeft flink te lijden onder de Tweede Wereldoorlog. Waar de luchthaven eind jaren dertig nog een van de modernste en drukste van Europa was, is er in 1945 helemaal niets meer van over.
>Tijdens de Eerste Wereldoorlog wist Nederland zijn neutraliteit te behouden. Zo zijn honderdduizenden slachtoffers en een mogelijke annexatie van Nederland voorkomen. Wel is Nederland als enige niet-oorlogvoerende land gedurende de hele oorlog gemobiliseerd gebleven. Deze zware, en ook dure taak werd niet zomaar volgehouden: hoewel Nederland in het Europa van de Eerste Wereldoorlog gold als een baken van rust, was deze neutraliteit lang niet zo vanzelfsprekend.

De eeuwige post aan de grenzen, prent van Jan Sluijters in ‘de nieuwe Amsterdammer’, 1915, 14 augustus.
Neutraliteit
Waar soldaten in andere landen vrolijk naar het front trokken om te vechten voor volk en vaderland, heerste deze sfeer in Nederland aanzienlijk minder. De Boerenoorlog, die tussen 1899 en 1902 was uitgevochten in Zuid-Afrika, had voor een sterk oplaaien van het Nederlands nationalisme gezorgd. Nederland besefte dat het maar een klein land was en voelde weinig voor het vechten voor roem en heldendom, zoals dat in de andere Europese landen wel het geval was.
Mobilisatie
Toch moest Nederland in actie komen. Het land was erg bang dat Duitsland als winnaar uit de oorlog zou komen. Als dat zou gebeuren, dacht men, zou het op den duur wel eens moeilijk kunnen worden om de Nederlandse onafhankelijkheid te bewaren. Vandaar dat het leger opgeroepen werd. Zo’n 200.000 soldaten werden in rap tempo gemobiliseerd en Nederland bereidde zich voor op een verdedigingsoorlog. Zelf zouden ze niet aanvallen, maar als Nederland bedreigd werd stonden de jongens klaar om terug te vechten. In de praktijk kwam dit er echter op neer dat men in de forten niets anders deed dan afwachten.

Kaart van de stelling van Amsterdam
Stelling van Amsterdam
Tijdens de mobilisatie waren de soldaten ingekwartierd in de forten van de Stelling van Amsterdam. Dit was een verdedigingslinie die tussen 1880 en 1920 werd gebouwd om Amsterdam te verdedigen tegen een vijandelijke inval. Het was een systeem gebaseerd op de oude verdedigingsmethode die gebruikmaakte van onze grote vriend en vijand het water. Het resultaat was een 135 km lange linie van 42 forten die de omgeving van Amsterdam onder water zette en de stad op deze manier beschermde.
De Nederlandse regering heeft hard voor de neutraliteit gepleit. Toch werd de echte beslissing hierover in Londen en Berlijn genomen en heeft Nederland het geluk gehad een klein land te zijn dat destijds niemand in de weg liep.
Schiphol heeft flink te lijden onder de Tweede Wereldoorlog. Waar de luchthaven eind jaren dertig nog een van de modernste en drukste van Europa was, is er in 1945 helemaal niets meer van over.
>De relatief jonge polder Wijkermeer (de voorbereidende werkzaamheden startten in 1856 en het land kon in 1877 bewerkt worden) is 700 ha groot. Hij strekt zich uit van Beverwijk tot Assendelft, van het Noordzeekanaal tot Nauerna. Het grootste deel van de Wijkermeer valt onder de gemeente Zaanstad. Wie nieuwsgierig is tot hoever vroeger de golven van het IJ en het Wijkermeer kwamen, hoeft maar op de slingerende Noorder IJ- en Zeedijk te rijden. Zo herleidt hij met gemak de grillige vormen van het oude Wijkermeer.
>Terwijl de bloem van de Belgische, Franse, Engelse en Duitse natie de dood vond in de loopgraven, wist Nederland zijn neutraliteit te behouden. Zo zijn honderdduizenden slachtoffers en een mogelijke annexatie van Nederland voorkomen. Wel is Nederland als enige niet-oorlogvoerende land gedurende de hele oorlog gemobiliseerd gebleven. Deze zware, en ook dure taak werd niet zomaar volgehouden: hoewel Nederland in het Europa van de Eerste Wereldoorlog gold als een baken van rust, was deze neutraliteit lang niet zo vanzelfsprekend.
>Het Doolhof is een klein bosje op de zuidoostelijke helling van de Hoge Berg op Texel ten westen van Oudeschild. De Hoge Berg is 15 meter hoog en een restant van een stuwwal uit de ijstijd.
>In de zeventiende en achttiende eeuw was de trekschuit een populair vervoersmiddel tussen de belangrijkste Hollandse steden. Rond 1660 legden vijf steden gezamenlijk een trekvaartenstelstel aan tussen Amsterdam en Hoorn. Bij ’t Schouw lag een splitsing. Reizigers konden de oostelijke route richting Monnickendam en Edam volgen of overstappen op de noordelijke route richting Purmerend en de Beemster. Ter hoogte van het Dijkhuis aan de overkant werden de passagiers én paard in een drijvende open bak (een schouw) naar deze kant van de vaart getrokken. De reis werd per comfortabele trekschuit vervolgd naar Purmerend waar men een dik uur later arriveerde bij de Amsterdamsche Poort.
>Het Russisch monument in Bergen werd in 1901 opgericht op de plek van een massagraf van 500 Russische soldaten die waren gesneuveld bij de eerste Slag bij Bergen op 19 september 1799. De Frans-Bataafse troepen boekten bij die slag een overwinning. De Russische soldaten maakten deel uit van het Brits-Russische invasieleger dat op 27 augustus 1799 landde op de kust bij Groote Keeten. Na de nederlaag van het geallieerde invasieleger volgde op 2 oktober nog een tweede Slag bij Bergen die door het invasieleger werd gewonnen en op 6 oktober de Slag bij Castricum die onbeslist bleef. Op 10 oktober werd de conventie van Alkmaar getekend waarmee de aftocht van de geallieerden een aanvang nam. Het monument, op de hoek van de Russenweg en de Notweg, is in de vorm van een Russisch kruis. In vergulde letters staat hierop te lezen: “Ter eeuwige gedachtenis aan de Russische krijgers gevallen bij Bergen op de 8e en 21e september van het jaar 1799” (Russische jaartelling; volgens de Westerse jaartelling is dit respectievelijk 19 september en 2 oktober).
>Vier dagen na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, op 1 augustus 1914, kondigde de Nederlandse regering de mobilisatie af. Binnen een paar dagen werden 200.000 man onder de wapenen gebracht. De Stelling van Amsterdam kreeg een bezetting van zo’n 10.000 man. De soldaten die de forten gingen bemannen, werden voor een groot deel ingekwartierd bij particulieren. Zo ook in de Beemster, met als gevolg dat er spoedig voedseltekorten ontstonden. Met name de boerenfamilies die dichtbij de forten woonden, werden onevenredig zwaar belast.
>“In ’t begin heb ik het dwaas gevonden, toen de lui zeiden en schreven: dat niets doen veel moeilijker is dan vechten; maar nu begin ik het te begrijpen.”
[Theo Thijssen over zijn tijd op het Fort bij Uithoorn tijdens de mobilisatie van 1914]
Tussen 1880 en 1920 werd rondom Amsterdam een indrukwekkend verdedigingssysteem aangelegd: de Stelling van Amsterdam. Deze militaire linie bestaat uit 42 forten en 4 batterijen en een grote hoeveelheid dijken en sluizen. De Stelling beschermde de Nederlandse hoofdstad bij een buitenlandse aanval door het te omringen met een ondoordringbare laag water. Als alle andere linies waren gevallen, konden leger en regering zich achter deze ‘muur van water’ verschansen.
>Ondanks modernisering van de vesting van Muiden en Weesp aan het eind van de negentiende eeuw, bleef de Nederlandse legertop twijfels houden over de defensieve kracht van deze oude vestingstadjes. Om het Zuidoostfront van de Stelling van Amsterdam te versterken werd in 1912 besloten tot de bouw van een modern fort langs de Zuiderzeedijk bij Muiderberg. Fort Coehoorn, zou het eerste fort uit gewapend beton zijn geweest, als het zou zijn afgebouwd. Echter, in 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en werd de bouw van forten gestopt. De aardwerken, fundering en opzichterswoning waren toen al gereed. Na de oorlog werd Fort Coehoorn niet meer voltooid. De verwoestende werking van de Eerste Wereldoorlog had aangetoond dat een kringstelling bestaande uit forten inmiddels een achterhaald militair concept was gebleken. Wel werd in de jaren daarna veelvuldig gebruik gemaakt van gewapend beton bij kleine verdedigingswerken binnen de Stelling van Amsterdam.
>De aanleg van forten voor dit gedeelte van de Stelling van Amsterdam kwam pas laat op gang. Het gebied tussen Uithoorn en Abcoude in het Zuidfront van de Stelling was drassig en de inundatiemogelijkheden waren uitstekend. Het lag niet voor de hand dat de vijand hier de aanval op Amsterdam zou inzetten. De bouw van dit fort, ook wel bekend onder de naam Fort Amstelhoek, kwam in 1911 gereed. Het fort had tot taak de spoorlijn Uithoorn-Alphen aan de Rijn af te sluiten en de westelijk gelegen inundatiesluis te beschermen. De bekende schrijver Theo Thijssen is tijdens de mobilisatie in de Eerste Wereldoorlog gelegerd geweest op het fort. Door Thijssen’s brieven aan zijn uitgever weten we hoe het leven van een soldaat er aan toe ging. De grootste uitdaging bleek niet zo zeer een vijandelijk leger te zijn, maar om de verveling onder de soldaten tegen te gaan.
>Damsluizen hebben in tegenstelling tot schutsluizen (voor scheepvaart) en inlaatduikers een zuiver militaire functie. Damsluizen dienen tegen te gaan dat water uit een inundatiegebied stroomt of om juist te voorkomen dat bepaalde stukken land tijdens inundatie onder water komen te staan. Deze situaties speelden alleen tijdens directe oorlogsdreiging, omdat dan pas werd overgegaan op het ‘stellen van de inundatiegebieden’. In vredestijd bleven de damsluizen open staan om de normale afwatering niet te verstoren. De meeste damsluizen zijn dan ook nooit gesloten geweest.
>Bomvrije munitiemagazijnen speelden een belangrijke rol in de verdedigingsstrategie van de Stelling van Amsterdam. In aanvulling op de vaste kanonnen in de forten was er behoefte aan verplaatsbaar geschut. Vanuit de bomvrije magazijnen die relatief dicht bij de hoofdverdedigingslinie lagen werden neven- en tussenbatterijen van munitie en buskruit voorzien. De meeste van deze kruitmagazijnen verrezen in het (noord)westelijk deel van de Stelling, dat door zijn beperkte inundatiemogelijkheden de zwakste schakel in de verdediging was. De kruitmagazijnen kregen een bergloods voor de opslag van geschut en een woning voor een opzichter. Voorbeelden van deze zelfstandige kruitmagazijnen vinden we terug in de Assendelver Zeedijk en langs de Hoge Dijk bij de Dam in het Noordwestfront van de Stelling. Geen van de bergloodsen heeft de tand des tijds doorstaan. Twee wachterswoningen bestaan nog.
>Een van de meest aansprekende verhalen die schuilgaan achter de tentoongestelde vliegtuigonderdelen in het Assendelftse luchtoorlogmuseum is dat van de verongelukte Spitfire van Ab Homburg. Deze Engelandvaarder en ‘Soldaat van Oranje’ wist tot twee keer toe uit bezet Nederland naar Engeland te ontsnappen. De eerste keer als burger in een roeibootje van de Hoogovens, de tweede maal als spion voor de Britten. Na aankomst in Engeland sloot Homburg zich aan bij de Nederlandse brigade binnen de Britse strijdkrachten. Hij werd als spion boven Noord-Brabant ‘gedropt’, maar verraden door bezoek aan een bevriende tandarts. Hij wist op miraculeuze wijze een dag voor zijn executie uit het Oranjehotel, de beruchte gevangenis in Scheveningen, te ontsnappen. Wederom wist hij via IJmuiden de overtocht over het Kanaal te maken. Terug in Engeland werd hij opgeleid als piloot voor het 322 ‘Dutch Squadron’ van de RAF.
>Dwars door de Haarlemmermeerpolder loopt een oude militaire liniewal, de zogenaamde Geniedijk. Deze hoge aarden wal van 10,5 kilometer was een onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Dit is een 135 kilometer lange verdedigingslinie die tussen 1880 en 1914 rondom Amsterdam is aangelegd. Deze kringstelling bestond uit 42 forten en vele andere militaire objecten die de hoofdstad moesten beschermen bij een buitenlandse aanval op Nederland. Tevens was de Stelling het laatste toevluchtsoord voor het Nederlandse leger en de regering indien andere linies inmiddels waren bezweken onder vijandelijke druk. Achter de Geniedijk loopt nog steeds een verbindingsweg tussen de forten van Vijfhuizen, Hoofddorp en Aalsmeer. Zo kon men in tijden van oorlog veilig achter de dijk troepen en materiaal verplaatsen. Nu verplaatsen zich voornamelijk forenzen en recreatieve fietsers en wandelaars over deze weg. Te midden van grazende schapen en koeien is het een groene oase in het verstedelijkte gebied van de noordelijke Haarlemmermeer.
>