Geschiedenis
De grens tussen de provincies Noord-Holland en Utrecht dateren al van 1351. Toen bepaalde het grens tussen het graafschap Holland en het bisdom Utrecht. De eerste grenstekens moeten in 1356 zijn geplaatst, onder meer ter beslechting van geschillen over het gebruik van de daar gelegen veengebieden. In 1526 werd de positie van de grenslijn opnieuw bepaald door vanaf de Leeuwenpaal (de meest noordelijke grenspaal) een rechte lijn te trekken richting de Utrechtse Domtoren. Enkele jaren later kreeg deze grens versterking door middel van greppels, paden en sloten. De huidige Goyergracht is het gevolg van een dergelijke ingreep.
Met de conventie van 1719 kwamen de wederzijdse partijen tot een definitief akkoord.en werden de 23 punten vastgesteld.
Grenspaal in Blaricum
Bron: ONH
Grenspaal in Blaricum
Vernieuwing
In 1923 kwam de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg erachter dat er acht palen waren verdwenen. Hierop reeg de Delftse hoogleraar A.W.M. Odé de opdracht eenn nieuwe paal te ontwerpen.
In 1925 werden alle palen voorzien van een betonnen voet onder het maaiveld. Bij latere inspectierondes door Provinciale Waterstaat Noord-Holland, die het onderhoud toegewezen had gekregen, bleek telkens opnieuw herstel en vervanging noodzakelijk. Een zevental palen dateert echter nog wel uit 1719. Dit zijn de palen met nummers 1, 9, 10, 12, 15 en 16.
Het model van Odé volgt in afmeting het oorspronkelijke model, De wapens van Utrecht en Noord-Holland zijn in hoogreliëf uitgevoerd maar liggen verdiept om niet uit te steken.
Waarde
De grenspalen zijn van cultuurhistorische betekenis als de markering van de Noordhollandse grens, en dan voornamelijk de oostelijke begrenzing aan de provincie Utrecht, welke door middel van de leeuwenpalen voor de eerste maal in 1356 bevestigd werd.
De grenspalen zijn van historisch-geografische betekenis in hun nog in geheel intact gebleven ruimtelijke samenhang. Niet alleen zijn alle afzonderlijke elementen nog aanwezig, maar staan zij in de onaangepaste historische landschappelijke grensstructuur van greppels, paden en begroeiing.
Van kunsthistorische betekenis zijn de palen met nummers 1, 9, 10, 11, 12, 15, 16 als de oorspronkelijke gebeeldhouwde grenstekens die in 1719 werden opgericht.
De palen met de nummers 3, 6, 8, 17, 18, 19 zijn vervaardigd in 1925 en markeren de tweede fase in de geschiedenis van de markering. Tevens werd toen het tweede model van de leeuwenpaal geïntroduceerd. Zij geven als ontwerp van professor Odé uiting aan de monumentale vormopvatting zoals die in de eerste decennia van de moderne monumentenzorg gehuldigd werd.
De palen uit de periode na 1925 zijn de palen met de nummers 2, 4, 5, 7, 13, 14, 20, 21,22, L. Zij versterken met name de volledigheid waarmee het monument in historisch-geografisch opzicht bewaard is gebleven.
Monumentale status
Provinciale monumenten vertellen het verhaal van de geschiedenis van Noord-Holland en zijn bepalend voor de identiteit van de diverse regio’s. Provinciale monumenten zijn beschermd op basis van de provinciale monumentenverordening. De provincie Noord-Holland wil dit erfgoed behouden en de beleving hiervan door haar bewoners en bezoekers zo breed mogelijk maken. De provinciale monumentenlijst bevat onder meer stolpboerderijen, kerken, waterstaatkundige werken, villa’s en industrieel erfgoed.
Adres: Meest oostelijke grens tussen Noord-Holland en Utrecht.
Publicatiedatum: 05/03/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.