3 min

‘Voor schaatsen laat ik echt alles uit mijn handen vallen. Vorige winter ging ik met mijn gezin naar Friesland. Toen we daar aankwamen liepen we al richting het ijs totdat iemand riep, wie heeft de schaatsen eigenlijk meegenomen? Toen zijn we met z’n allen weer drie uur heen, drie uur terug gegaan. Allemaal voor het ijs. Deze winter heb ik veel in Friesland geschaatst. Maar dat kwam vooral omdat daar ijs lag, anders was ik er niet naartoe gegaan. Mijn hart ligt echt bij Krommenie. Daar heb ik leren schaatsen. Het is zo wijds daar. Mooie polders, wijde kanalen, rietvelden. Je kan zo ver gaan als je wilt. Noord Holland is met alles verbonden. Gewoon een geweldige schaatsplek.’‘Toen ik vier was stond ik al op de kleine plassen bij mij in het dorp. Nog met een stoel leren schaatsen. In die tijd waren er nog goede winters. Winters met Elfstedentochten. Lekker streng. Als ik daar nog eens een keer aan mee zou kunnen doen… Jammer genoeg komen ze niet meer sinds ik me heb ingeschreven.’‘Schaatsen is altijd erg gezellig. Mensen zijn veel aardiger op het ijs. Je krijgt een eenheid. Vroeger ging ik al met alle kinderen bij de sloot in Krommenie verzamelen, rondjes draaien bij de vijver waar nu mijn oude vader op uit kijkt. Daar merkte ik het al. Als het begon te vriezen, wilde ik meteen alles laten vallen en rennen naar het ijs. Ik heb bij mijn kinderen ook de regel: Als het goed schaatsweer is, krijgen jullie vrij van school.‘‘Maar mijn beste schaatservaring was toch wel schaatsen op de Gouwzee met kerst. Het is geeneens zo lang geleden, ongeveer een jaar. Daar kom je echt in het oude Noord-Holland. Schaatsen tussen kleine monumenten op een groot terrein. Het lijkt alsof je tweehonderd jaar terug gaat in de tijd. Je hebt daardoor geen last van de drukte. Het was ook zo goed, ik voelde me een soort Jezus tijdens kerst. ’s Avonds had ik echt trek in het diner. Ik kan me geen betere kerst voorstellen dan dat!’‘Als het een jaar niet heeft gevroren, kijk ik weer al uit naar het volgende jaar. Ik blijf in conditie, als een echte schaatser. ’s Winters schaatsen en ’s Zomers fietsen. Ik heb wel skates ,maar die gebruik ik niet zo vaak. Een keer in de twee weken schaats ik ook met mijn dochter op de kunstijsbaan in Haarlem. Ik eindig dan vaak met warme chocolademelk met slagroom. Mijn dochter kent geen betere. Een goede reden om toch nog op dat neppe ijs te blijven schaatsen.’Want ja, schaatsen moet je in de natuur doen. Hier zijn een aantal tips van de kenner:
-‘De al eerder genoemde Gouwzee is prachtig Een zee tussen Marken, Volendam en Monnikendam. Heel mooi uitzicht waar je al snel en lang op kunt schaatsen.
-Ook Jisp is een goede schaatsplek. Er is een groot meer met veel slootjes. Ik houd dan wel van de wat grote tochten maar voor de wat minder sportieve mensen zijn er ook kleinere rondjes te maken.’
 
‘Natuurlijk raad ik ook Krommenie aan. Je kan er alle kanten op! De Molenmerentocht, de Buikslotermerentocht…’
 
‘Maar je hoeft niet alleen te schaatsen ik polders, het kan ook in nationale parken, zoals Middenduin in Overveen. In de winter wordt daar af en toe een weiland onder water gezet waardoor je al  heel snel in de prachtige natuur schaatst.’Voor schaatsplekken in heel Nederland kan je naar www.ekkel.com

André Brasser op het ijs.

André Brasser op het ijs.

Publicatiedatum: 01/12/2011