Eerste dag
Toen ik in 1963 als lichtmatroos (dekhengst) aanmonsterde op het m.s. Aldabi van Nigoco had ik nog geen idee wat het zeemansleven inhield. De Aldabi was nog een drie eilenden schip met een achteruit, een midscheeps en een bak.Ik deelde een hut met een OG (matroos onder de gage) en mij werd als lagere in rang het bovenste bed toegewezen.In die tijd voeren nog de stoere Nederlandse zeebonken. Ruw, grof maar met het hart op de juiste plaats.Toen ik mijn koffer had uitgepakt moest ik me aan dek melden om zeeklaar te maken. We lagen in de Rotterdamse Lekhaven en zouden direct doorgaan naar Brazilië.Ik verscheen aan dek waar de bootsman mij opdracht gaf om te helpen met het sjorren van de laadbomen. De bomen werden binnengehaald en een van de matrozen riep naar mij: “Grijp de runner even dekhengst”
Eerste lessen
Ik rende uitsloverig naar….wat later een gei bleek te zijn. ” Klootzak, weet je niet wat de runner is?” riep de matroos boos. Al heel snel leerde ik alle bij de bomen behorende lijnen en kabels en vergat het nooit meer. Ook de Aldabi had passagiers accommodatie en een heel leuk meisje, Marianne Wiesebron was een van de passagiers. Na het vertrek uit Rotterdam en na een onstuimige golf van Biskaye werd het warmer en werd de zee rustiger. De zon scheen vrolijk en de stemming aan boord verbeterde met de dag.Het varen werd zeer aangenaam en toen besloot ik dan ook dat ik in ieder geval voor de toekomst nooit meer op de Noordzee en de golf wilde varen.
Zondag
Op een vrije zeer zonnige zondag begaf ik mij naar ruim 5 waar ik mij met mijn gitaar bij enkele andere matrozen voegde. Tot mijn grote vreugde zag ik Marianne Wiesebron met wat meerdere passagiers ook komen en al gauw werd het een klein feestje op ruim 5. Ik zong wat bekende liedjes zoals Junge kom bald wieder en the green green grass of home. Natuurlijk hield ik de zon niet in de gaten. Ik was veel te druk met indruk te maken op Marianne. Uiteindelijk kwam er ook een einde aan dit feestje en gingen we allen weer over tot de orde van de dag.
Bloody monday
De volgende morgen…..mijn hemel, wat is er gebeurd! Ik kon nauwelijks staan en iedere beweging verging ik van de pijn. Het staan was een hel. Mijn benen waren rood en de huid was strak en gloeiend heet. Ik strompelde naar de messroom en vroeg de bootsman of ik niet aan dek hoefde. “Wat zeg je dekhengst? Niet aan dek? Gisteren de held spelen en nu…… aan dek en bikken” “Mag ik dan in de schaduw bikken boots? Ik verga van de pijn” “Jammer voor jou maar je bikt maar waar het nodig is. De baas timmerman zal je wel zeggen waar” En zo strompelde ik naar het dek gewapend met de bik tol. De roodheid op mijn benen verdween langzaam en toen kwamen er enorme blaren, maar de pijn was gelukkig weg. Mijn les had ik geleerd en heb dit mijn hele verdere leven ter harte genomen.
Publicatiedatum: 19/10/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.