Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Quarantaine op Wieringen

Alleen de naam van de weg herinnert nog aan het kamp waar zeelieden met twijfelachtige ziekten en anderen die iets onder de leden konden hebben, werden opgeborgen. De Quarantaineweg. Al in de tijd van de VOC (1602-1799) moesten schepen bij Wieringen een tijdje blijven liggen, voordat ze door konden varen naar Enkhuizen of Amsterdam. In de tussentijd kon de bemanning gecontroleerd worden op mogelijke besmettelijke ziekten.
Ook in de Franse tijd diende deze afgelegen westelijke punt van Wieringen als quarantaine-inrichting. Matrozen die pest of cholera hadden opgelopen, konden hier betrekkelijk veilig worden behandeld. Door de mogelijke ziektegevallen af te zonderen, voorkwamen de autoriteiten dat er epidemieën zouden uitbreken. En het was wel zo handig dat Wieringen in de buurt lag van de marinehaven Den Helder.

Peilhuisje op Wieringen

Eenzaam aan de Quarantaineweg staat een Rijkspeilschaalgebouw uit 1919. Aan de rand van de Waddenzee.

Peilhuisje op WieringenPeilhuisje op Wieringen

In 1806, het jaar waarin keizer Napoleon zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van Holland had gebombardeerd, kwamen er hekken hier op Wieringen rond een terrein van ruim tien hectare. In het kampement verrezen barakken voor de mannen die in quarantaine werden gehouden.
Meer dan een halve eeuw later werd deze quarantaine-inrichting opgeheven. Op de plek waar de barakken voor de zieken stonden, vind je nu een camping Zeezicht. Meer niet.

Dienstwoning voormalige quarantaine op Wieringen

De dienstwoning van de voormalige quarantaine van de Koninklijke Marine op Wieringen. Aan de afgelegen Quarantaineweg. Met zicht op de Waddenzee.

Dienstwoning voormalige quarantaine op WieringenDienstwoning voormalige quarantaine op Wieringen

Peilhuisje

Wat je wel ziet, wandelend over de Quarantaineweg, is een opvallend bakstenen gebouwtje. Het staat op de dijk, aan de rand van de Waddenzee. Ziehier een Rijkspeilschaal uit 1919 zoals Rijkswaterstaat die bij tientallen langs de kust had laten bouwen. In dit huisje werden de standen van eb en vloed in een grafiek gevangen. Daar kwam een ingenieuze constructie met vlotters, tandwielen en een klok aan te pas. De aldus verkregen gegevens gingen naar Rijkswaterstaat, waar de getijden in kaart werden gebracht.
Op de zeedijk staat een bordje uit 1998 met een gedicht van de (toen) elfjarige Kars van der Broek uit Emmen. Zijn eerste regels: ‘Als ik aan de zee denk, denk ik aan jou. Haar glanzende golven, zijn de haren van jou. Jouw blanke huidje, is het zachte strand’. Ook elders langs de Nederlandse kust zijn in het internationale jaar van de oceanen gedichten van kinderen geplaatst. Het gedicht van Kars kijkt uit op een eindeloos lijkend waddengebied.
De bergeenden die in het water rondscharrelen, hebben geen blanke huid maar wel blanke veren. Ze wekken niet de indruk zich te bekommeren om peilhuisjes en quarantaine-inrichtingen. Zij hebben het veel te druk met het zoeken naar snacks. Ook de ganzen op het grasland hebben zo te zien trek in een groen hapje.

Publicatiedatum: 16/04/2014

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.