MIJN BROER blijft maar beweren dat ik Kwak was. Maar dat is gewoon niet waar. Hij was Kwak, ik was Kwek. Dat kun je zelfs nu nog zien. Ja echt, dik een halve eeuw na dato is mijn broer nog steeds een echte kwak. Zelf zou ik inmiddels ook wel als Kwik door het leven kunnen gaan. Maar die eer was destijds nu eenmaal voor Bob Smit weggelegd. Bob was Kwik, ik was Kwek, mijn broer was Kwak. Punt uit. Waar ik het over heb? Een van de 8 oktober-optochten uit mijn Alkmaarse jeugd. ’s Ochtends had je de kinderoptocht, ’s middags de grote mensenoptocht. En aan die kinderoptocht deden mijn broer, Bob Smit en ik mee, drie peuters uit de Maclaine Pontstraat, de keurige christelijke straat in de christelijke buurt (maar ondertussen). Onze moeders hadden de kleding vervaardigd: oranje zwemvliezen en snavels van karton, oranje maillots, korte broeken uit witte kussenslopen waarin met watten eendenstaarten waren gemaakt, enzovoorts. Ik stak toen al twee koppen boven mijn leeftijdsgenoten uit, dus ik moet behoorlijk voor joker hebben gewaggeld. Maar wel een eervolle vermelding, ja!? Wilt u dat even noteren!? Jaren later vocht ik tegen windmolens. Als columnist van De Telegraaf doe ik dat nu trouwens nog. Maar toen deed ik het als Don Quichotte in de grote mensenoptocht op 8 oktober. Jopie van Houten was Sancho Pancho. Ik kende hem van DAW, Jopie was98 centimeterhoog. Daarom was het wel logisch dat hij bij de rolverdeling te horen kreeg dat hij Sancho Pancho moest uitbeelden. Ik was namelijk3.17 meter. En een Sancho Pancho van3.17 meternaast een Don Quichotte van98 centimeter, dat kan nu eenmaal niet. De optocht duurde een paar uur. Al die tijd moest ik op de praalwagen tegen fraai opgebouwde windmolens vechten. Soms nam ik even rust. Ik vond dat een Spaanse edelman daar recht op had, maar op 8 oktober heeft het Alkmaarse publiek nu eenmaal weinig met Spanjolen op. ‘Aan de slag, lange! riep men mij toe. ‘Luieren doe je maar inLa Mancha!’ 8 oktober? Zoete herinneringen, vooral. Malle Kees die voor de drumband uitliep als tambour-maître. Gekke Annie die je een schop onder je kont gaf als je even niet oplette. En jaren later de feesten tot diep in de nacht in het Gulden Vlies, waar ik ook over zou kunnen schrijven. Maar dat doe ik niet. Een columnist behoort ook te weten wanneer hij er het zwijgen moet toe doen.
>
0 min