Over de oprichting van de Oosterkerk vertelt de Hoornse kroniekschrijver Velius het volgende verhaal. Twee broers wilden in 1450 een kapel stichten, maar kregen ruzie. Toen besloten ze ieder een eigen kapel te bouwen: de Sint-Corrneliskapel en de Sint-Anthoniskapel, beide aan het Grote Oost. Met de bouw van de laatste werd in 1453 begonnen op de plaats van de huidige kerk. De bouw van de twee kapellen schoot niet erg op, zodat de kinderen op straat er het volgende liedje over zongen: Daer waren twee gesellen Stichtende twee capellen Haddens’ haer buydel wel besien Sij hadden genoeg gehad aen ien
De Corneliskapel werd later kloosterkapel en is lang geleden gesloopt. Dankzij ruime particuliere giften kon de Anthoniskapel in 1493 vergroot worden met een tweede beuk aan de westkant. In 1518-‘19 is het huidige koor gebouwd dat aanzienlijk hoger werd dan het bestaande gebouw. Daarna volgde het transept (dwarsschip).
Nadat Hoorn in 1572 de kant van Willem van Oranje had gekozen deed de Oosterkerk tijdelijk dienst als werkplaats waar de kanonnen gegoten werden voor de strijd tegen de Spanjaarden.
>
2 min