
De voorgevel wordt geleed door hoekpilasters en een middenrisaliet bekroond door een driehoekig fronton met in een medaillon het genoemde monogram en floraal snijwerk. Boven de dubbele voordeur bevindt zich een sierlijk snijraam. Aan weerszijden van het middenvenster een afhangend festoen in draperievorm met schild. Het derde schild en de Romeinse cijfers erboven zijn tussen 1930 en 1958 aangebracht (de letters LWF verwijzen naar Loge West Friesland).

In het interieur is onder meer de vestibule uit 1784 bewaard gebleven waarin een witmarmeren vloer en verfijnd stucwerk met het stadswapen, de zon en symbolen van handel en scheepvaart. Links van de gang bevindt zich nu de ’tempelruimte‘ of ’werkplaats‘ waaronder nog de oorspronkelijke 17de-eeuwse vloerconstructie. Vermeldenswaard zijn verder de geprofileerde sleutelstukken uit de bouwtijd en de Lodewijk XVI-schouw in de rechtervoorkamer.

Na de opheffing van de West-Indische Compagnie in 1791 vestigt De Vaderlandsche Maatschappij voor Reederij en Koophandel zich in het pand. Deze in 1777 opgerichte maatschappij probeert de vervallen economie van Hoorn nieuw leven in te blazen door uiteenlopende activiteiten zoals kousenfabricage, walvisvaart, een vloerkledenfabriek, houthandel en een Konst-, Schilder- en Behangselfabriek.
In de negentiende eeuw komt het gebouw in handen van de gemeente Hoorn die het in 1849 met Binnenluiendijk 1 verenigt tot gasthuis. In 1872 verkoopt de gemeente het pand aan vrijmetselaarsloge West Friesland (opgericht 1858). De loge heeft het gebouw nog steeds in gebruik en meermalen laten restaureren. Vanwege de ledengroei is in 1985 een tweede Hoornse loge opgericht, De Eenhoorn, die hier ook bijeenkomt.

Publicatiedatum: 10/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.