Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Industrieel Erfgoed

2015 is benoemd tot het Europese jaar van het Industrieel Erfgoed. Aan de hand van dit themajaar vertelt Oneindig Noord-Holland de geschiedenis van het Noordzeekanaalgebied en de Zaanstreek. De provincie Noord-Holland is hierin een belangrijke partner omdat zij het industrieel erfgoed wil behouden en de beleving hiervan door haar bewoners en bezoekers zo breed mogelijk maken.

Het Festival Industrie Cultuur

Het industrieel erfgoed van Noord-Holland wordt in de schijnwerpers gezet met het Festival Industrie Cultuur. De festivalactiviteiten vertellen het verhaal van de industrie toen en nu. Van historische windmolens aan de Zaan tot de staalindustrie in IJmuiden, iedereen is uitgenodigd industriecultuur van Noord-Holland te beleven op verschillende en verrassende manieren. Het festival concentreert zich hierbij vooral op de Zaanstreek en het Noordzeekanaalgebied, waar de industriële motor van de metropoolregio zich bevindt.

Meer informatie en alle activiteiten van het Festival Industrie Cultuur zijn te vinden op http://www.festivalindustriecultuur.nl/!

Bekijk ook de speciale thema uitgave van het e-magazine, Anno 1876.

 

 

Verhalen

De Boogaert

Voorafgaand aan de bouw van appartementencomplex De Boogaert werden resten uit de Romeinse tijd gevonden, zoals paalsporen en waterputten. Heel bijzonder was de vondst van drie menselijke skeletten in een sloot of greppel. Het menselijke skelet dat werd gevonden lag in een greppel waarin bij eerder onderzoek ook twee skeletten werden gevonden. Dit derde skelet komt echter niet overeen met de eerste twee. Het lichaam lag gestrekt in een greppel, terwijl de eerste twee gehurkt lagen. Uit de Romeinse tijd zijn uiterst weinig graven teruggevonden, terwijl archeologen hebben aangetoond dat er veel mensen gewoond hebben in Castricum. Waarom deze drie mensen hier begraven zijn is niet bekend.

> Book 0 min

Kruising Nekkerweg

Een deel van de Beemster kon in tijde van oorlog onder water worden gezet, als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Deze bijzondere verdedigingslinie van 42 forten en een grote hoeveelheid aan dijken en sluizen werd tussen 1880 en 1920 aangelegd. Hiermee kon een ondoordringbare kring van laag water (inundaties) rondom de hoofdstad worden opgeworpen. Om te voorkomen dat het dorpje Zuidoostbeem­ster bij een inundatie onder water kwam te staan, werd zowel de Nekkerweg als de Volgerweg opgehoogd. Hier vlakbij ligt een inlaatsluis in de Zuiddijk van de Beemsterringvaart. Na verwijdering van de schotbalken uit de sluis kon het water de Beemsterpolder instromen.

> Book 0 min

Biografie van een gebouw: van zeemagazijn tot Scheepvaartmuseum

In de Gouden Eeuw was de handelsvloot van de Republiek der Nederlanden groter dan die van Engeland en Frankrijk bij elkaar. De voorlopers van de Koninklijke Marine, vijf admiraliteitscolleges, moesten deze vloot beschermen tegen buitenlandse oorlogsschepen en kapers. De grootste en machtigste was die van Amsterdam. De oude admiraliteitswerf was echter te klein geworden en de Admiraliteit verhuisde naar een groter terrein op Kattenburg. Daar verrezen werkplaatsen, kantoren, scheepshellingen en een voor die tijd enorm groot pakhuis: ’s Lands Zeemagazijn.

> Book 2 min

Het herenhuis aan zee

‘Hier wordt gehandeld over het beschermen van de landerijen door het afweren van de woede der Bataafse zee’. Deze inscriptie prijkt in het Latijn op de gevelsteen van het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk. Het is een oud en statig gebouw, dat qua stijl eerder thuis lijkt te horen aan de Amsterdamse grachten. Wat is het verhaal van dit herenhuis aan zee?

> Book 2 min

De dood van een erfgooier

Begin twintigste eeuw groeiden enkele kleine Gooise dorpjes uit tot grote forenzengemeenten. De belangen van de nieuwe Gooiers botsten met die van de oorspronkelijke dorpelingen. De Gooise burgemeesters zagen met welgevallen de nieuwe inwoners toestromen. De dorpelingen, met name de erfgooiers, raakten door de verstedelijking in de knel en kwamen in verzet tegen de overheid. Het waren nu juist ook de burgemeesters die het voor het zeggen hadden in het bestuur van Stad en Lande van Gooiland, de eeuwenoude belangenorganisatie van de erfgooiers.

> Book 2 min

Halfweg, tussen Amsterdam en Haarlem

Halfweg ontleent zijn naam aan de ligging halverwege Amsterdam en Haarlem. Halfweg ligt aan de Spaarndammerdijk die eeuwenlang het water keerde tussen de nog niet ingepolderde Haarlemmermeer en het IJ. Vanaf 1632 verbond de Haarlemmertrekvaart Amsterdam en Haarlem. Men moest te Halfweg overstappen omdat de trekvaart dor de zeesluizen was onderbroken. Het jaagpad langs de trekvaart werd later de Haarlemmerweg. Twee belangrijke HollandRoute Routepunten liggen in Halfweg: Sugar City (de voormalige CSM Suikerfabriek) en Museum Stoomgemaal Halfweg. Het stoomgemaal werd in 1852 gebouwd en diende als boezemgemaal om het overtollige water van het Rijnlandgebied (in totaal 200 polders en plassen) naar zee te pompen. Na 125 jaar was het stoomgemaal in 1977 voor het laatst officieel in werking. De functie werd door een ander gemaal in de Amerikahaven overgenomen. Het oude stoomgemaal in Halfweg werd toen een museum en tevens ook rijksmonument. Door een grootschalige restauratie kan sinds 1987 de ketel weer worden gestookt. Zo klinkt ongeveer twaalf dagen per jaar wederom het gesis van stoom en draait het gemaal als vanouds. Het gemaal heeft echter geen waterstaatkundige functie meer. Sugar City ontwikkelt zich de komende jaren verder als een aantrekkelijk gebied voor werken en recreëren, met gebruik van de fascinerende historische gebouwen uit de suikerindustrie.

> Book 0 min

Hembrugterrein

Op het Hembrugterrein, een voormalig industrieel en militair domein (ongeveer 45 hectare groot), bevonden zich onder andere de Artillerie Inrichtingen. Het complex ligt in het hart van de Stelling van Amsterdam. De Stelling van Amsterdam was een kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad en werd aangelegd tussen 1880 en 1920 door het toenmalige Departement van Oorlog. Binnen de Stelling van Amsterdam was bevoorrading van alle benodigde voeding en goederen van groot belang. Dit was uiteraard ook het geval voor wapens en munitie. Toen de fortenbouw in volle gang was werd ook de logistiek van de stelling op peil gebracht. Een belangrijk onderdeel daarvan was de verplaatsing van de Artillerie Inrichtingen (AI) van Delft naar het stellinggebied. Sinds 2003 wordt er op het terrein geen munitie meer gemaakt en wordt er gezocht naar nieuwe bestemmingen, onder andere het ERIH HollandCentre, een bezoekers- en activiteitencentrum voor erfgoedtoerisme in de Metropoolregio Amsterdam.

> Book 0 min

De Zaan

De Zaan stroomt van West-Knollendam in het noorden naar het Noordzeekanaal in het zuiden. Onder invloed van vele rampzalige stormvloeden (bijvoorbeeld de Allerheiligenvloed van 1170 en de Sint Elisabethsvloed van 1421) veranderde het Flevomeer geleidelijk aan tot Zuiderzee en ontstonden er getijdenstromen vanaf en naar de (nog niet ingepolderde) Hollandse meren die met het zeewater in verbinding stonden. Eén daarvan is de Zaan, als in- en uitwatering van de Hollandse meren. Na aanleg van het Noordzeekanaal nam vanaf 1876 het belang van de Zaan als waterweg voor scheepvaart, scheepsbouw, handel en industrie toe. Daardoor moest ook de sluis in de Dam te Zaandam worden vergroot tot de Wilhelminasluis in 1901, die in 1964 nog verder in omvang toenam.

> Book 0 min

Verkadefabriek

Beschikbare ruimte, transportmogelijkheden over water en nabijheid van grondstoffen waren de drie belangrijkste factoren voor de ontwikkeling vanaf eind 16e eeuw van de Zaanstreek, als één van de oudste ‘industriegebieden’ van Europa, gebaseerd op windmolens. In 1596 verscheen de eerste zaagmolen, in 1601 de eerste oliemolen, en in 1607 de eerste hennepklopper. Op het hoogtepunt van de molenindustrie omstreeks 1725 waren er circa 600 windmolens in bedrijf. Voor dergelijke bedrijvigheid was in het nabij gelegen Amsterdam geen ruimte. Bovendien was er de korte verbinding via de Zaan en het IJ naar de (koloniale) grondstoffen die op de Amsterdamse stapelmarkt werden aangeboden. Tegelijkertijd leverde het agrarische achterland de benodigde ‘boter, kaas en eieren’, als pijler voor de latere voeding- en genotmiddelenindustrie.

> Book 3 min