Herinneringen. “Lange, rechte stukken weg, heerlijk in de zomer, woest zwaar in de vroege lente en herfst”, zegt Ducrot die zijn trainingstraject in Zeeland kende. Ook wind. De Sol reed van zijn huis altijd in een lange streep omhoog, dook bij Den Haag de duinen in en tikte Noord Holland aan bij Bentfeld waar hij draaide en langs de Ringvaart terugtrainde. “Weet je wie daar goed reden? De Pronkjes”, zegt Solleveld en we knikken met zijn drietjes. Alle mannen van Pronk konden schaatsen en fietsen. En afzien. Respect.
“Weet je wanneer Noord-Holland voor het laatst een fietsprovincie was?”, legt Ducrot voor ons neer. Even stilte. “Wat dacht je van de start van de Giro in Amsterdam.”“Da’s waar”, knikt De Sol. Herinneringen. Een roze gekleurde stad, overal feest en soms een Amsterdammer die dat maffe fietsgedoe maar niets vond en boos werd omdat hij of zij ergens niet in mocht, of een ommetje diende te maken. “Dat was nou een echt feest”, peinst Ducrot die er twee dagen ondergedompeld werd in een groot, authentiek fietsfeest. Dat hadden die nuffige Italianen nooit verwacht… dat de wereldstad Amsterdam een groot, roze feest zou worden. Een klassieke stad die de fiets omklemde, een metropool waar het, ineens, zomaar, spontaan, feest werd zonder dat er vernield hoefde te worden. Het was de fiets die bond, dat eenvoudige rijwiel waar er miljoenen van lijken te zijn in Amsterdam. Mooie, witte, lelijke, gestroomlijnde, gejatte fietsen, noem maar op. We wisten alle drie nog hoe de Italiaanse televisie beelden had laten zien van het fietsverkeer in Amsterdam. En ook van de duizenden zwarte karretjes die voor het Centraal Station “geparkeerd” stonden.
De Italianen hadden hun ogen uitgekeken en onze collega’s van de Italiaanse televisie waren naar ons toe gekomen met de vraag: “Rijdt iedereen hier op een fiets?” Met nadruk op “iedereen”.Wij hadden toen geknikt. Wij, Hollanders, dus ook Noord-Hollanders, zijn van de fiets. Wij zijn van “door rood rijden” en wij zijn van fietsenstallingen, ijzeren hangsloten, vooral niet je hand uitsteken, gebroken bagagedragers en ach ja…soms neem, of beter, leen je even een fiets. Niets aan de hand. Maar, zo bleek toen, wij kunnen ook verbroederen met “de fiets”. Tijdens de Girodagen was dat zo, net zoals in 1954 met de start van de Tour de France, bij het Olympisch Stadion. De fiets bindt. De fiets geeft ons een gemeenschapsgevoel en dan maken we al snel (een) feest. Zo moet het met de Ronde van Noord-Holland ook; zij aan zij, trappen en vooruitkomen. Iedereen is gelijk op de fiets, rangen en standen vervallen. En ergens is er dus feest. Altijd weer.
We staan op van tafel en besluiten dat we, twee vijftigers en een zestiger, alle drie “gefietst” hebben in de achter ons liggende week. Dat geeft een prettig gevoel.
Vraag
De twee ‘kleine helden’ waarmee Mart aan tafel zit wonnen ooit samen een belangrijke prijs. Welke prijs was dat?
Hoe kun je meedoen
Weet je het antwoord op de vraag, stuur dan je antwoord per e-mail naar redactie@oneindignoordholland.nl. Zet in de onderwerpregel van je mail: prijsvraag Mart Smeets. Vergeet niet om je naam en adres te vermelden.
Om kans te maken op de prijs, moet je de vragen bij alle 4 de columns beantwoorden. Lees hier de andere columns van Mart Smeets.
Lees hier de spelregels van de prijsvraag.
Publicatiedatum: 13/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.