Grafheuvel Velserbroek
Vanaf het laat-neolithicum tot en met de vroege bronstijd werd in ieder geval een deel van de doden in grafheuvels begraven. Wat er met het andere deel werd gedaan is niet bekend. Uit Velsen zijn uit deze periode vijf grafheuvels bekend. De meest zuidelijke heuvel in Velserbroek (datering 2000-1700 v. Chr.) is de begraafplaats van een man die in hurkhouding in een grafkuil was begraven. Voor zijn begrafenis waren zijn voeten afgezet. Het graf is afgedekt met een deksel van boombast en een lage heuvel met een doorsnede van ongeveer 18 meter. Er zijn geen bijgiften aangetroffen. Later is er een schedel (of hoofd) van een kind bijgezet in de heuvel en is de heuvel verhoogd. De grafheuvel bleef lange tijd zichtbaar in het landschap en werd gebruikt bij rituele handelingen. Dit ging 1500-2000 jaar door. Onder andere zijn menselijke crematieresten begraven in de heuvel en zijn er vuren aangelegd. Rond 1400 v. Chr. werd 200 meter westwaarts weer een grafheuvel opgeworpen. De man of vrouw hierin werd op de rug begraven met een bronzen zwaard en een bronzen hielbijl aan de rechterzijde. Bij het hoofd lagen twee gouden sieraden; spiralen die waarschijnlijk als haarsieraad dienden.
Vul deze informatie aan of geef een reactie.