3 min

Gerard Alders.

Gerard Alders.

“Mijn archeologisch specialisme ligt op het gebied van de ‘jongere’ perioden, de laatste duizend jaar van onze geschiedenis (middeleeuwen en nieuwe tijd). Voorbeelden van thema’s waarmee ik te maken heb, betreffen het archeologisch onderzoek naar onder andere kastelen, buitenplaatsen, vestingwerken, windmolens, kerken en het grafveld van Vronen, waar slachtoffers van de veldslag tussen Hollanders en Westfriezen werden gevonden.”

Als je dit zo leest, vraag je je natuurlijk af hoe het zo is gekomen dat hij ook nog de routes maakt, maar dat komt omdat hij betrokken is bij het project ‘Ontdek de archeologie van Noord-Holland’, waarvoor hij bijdraagt aan de voorbereidingen voor een symposium en aan de reeks archeologische fietsroutes. “Door mijn ruim dertigjarige ervaring ken ik veel plekken in Noord-Holland.”

En zo’n route maken, hoe werkt dat dan precies?
“De routesamenstelling zelf wordt gedaan door mijn collega Peter Saal; projectleider is Bernadette Biegstraaten. We beginnen met ons te verdiepen in het betreffende gebied om alvast ideeën te hebben, daarna overleggen we met deskundigen en andere partijen uit de streek, wat veel nieuwe informatie oplevert.”

Informatie is natuurlijk nog geen route, daar komt vast meer bij kijken?
“Op basis van alle verkregen informatie en literatuur maken we een keuze voor plekken in het landschap waar iets te zien is en/of een interessant verhaal over bestaat (bijvoorbeeld vanwege een opgraving); deze worden via een route verbonden met elkaar. Vervolgens wordt een tekst geschreven en worden er afbeeldingen bij gezocht; het resultaat wordt via de provincie, Uit-in-Noord-Holland, Oneindig Noord-Holland, en het Noord-Hollands Dagblad gecommuniceerd met bewoners en bezoekers van Noord-Holland.” Elke maand komt er een nieuwe online route bij en deze worden in 2015 gebundeld in een publicatie.

Over de route van augustus 2014, die over Wieringen en een deel van het Wieringermeer gaat, zegt Gerard: “Opvallend is de grote ouderdom van de bewoning; al in de steentijd woonden hier mensen, daarvan zijn nederzettingen en een kano teruggevonden. De kano is gelicht en zal in het Huis van Hilde worden tentoongesteld. Maar ook in later tijd was er belangrijke bewoning in deze streek, zoals in de Vikingtijd. Daarvan zijn zilverschatten gevonden.”

Een van de grootste obstakels voor onze routemakers is het feit dat er veel meer interessante plekken en verhalen zijn dan waar aandacht aan kan worden gegeven. Omdat het anders teveel wordt moeten we hierdoor jammer genoeg veel overslaan.
Verder zegt Gerard: “het is belangrijk om tijdens de vooroverleggen het belang van archeologie duidelijk te maken en enthousiasme voor de verhalen in het landschap te genereren. In het geval van de Wieringenroute was dat geen probleem; er was veel enthousiasme bij de deskundigen en andere partijen uit de streek. Ook in andere gebieden merken we veel bereidheid tot medewerking, maar het blijft een punt dat aandacht verdient.”

“Een andere moeilijkheid is dat archeologie niet altijd even zichtbaar is, vaak ligt het nog verborgen in de grond. Veel archeologische plekken zijn daardoor op zichzelf niet bezienswaardig. Daarom zijn de verhalen zo belangrijk in deze routes; ze halen die geschiedenis boven de grond.”

Tot slot zegt Gerard: “Er is in Noord-Holland veel variatie in archeologie; elke regio heeft zijn belangrijke plekken. Het aantal routes kan gemakkelijk verdubbeld worden, hopelijk krijgen we daar nog eens de kans voor.” Dat hopen wij ook !

Publicatiedatum: 13/08/2014