De Groote Keijser is de verzamelnaam van zes panden aan de Keizersgracht in Amsterdam. Het kraken van de Groote Keijser in november 1978 behoorde met de kraak van het Algemeen Handelsbladgebouw in maart 1978, de ontruiming in de Vondelstraat in maart 1980 en de ontruiming van de Lucky Luyk in oktober 1982 tot de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van de kraakbeweging in de jaren zeventig en tachtig. In november 1979 dreigde ook het krakersbolwerk De Groote Keijser ontruimd te worden.
De gekraakte Groote Keijser.
Beeld: © ANP foundation.
De gekraakte Groote Keijser.
Onderhandelingen
De Groote Keijser was omgebouwd tot een fort. De krakers verdedigden het gebouw met zelfgemaakte aardappelrotjes en molotov cocktails. Toen de ME eind november 1979 op het punt stond het gebouw binnen te vallen besloot de toenmalige burgemeester Wim Polak uit vrees voor buitensporig geweld dat het gebouw niet ontruimd zou worden. Een ambtenaar van de gemeente, Arnoud Daalder werd speciaal belast met de taak om te onderhandelen met de krakers over legalisering van de panden als alternatief voor ontruiming. Een lastige klus omdat aanvankelijk niemand in staat was om namens de beweging afspraken met de gemeente te maken. Een van de leiders, Kees Wouters was al uit het wereldje gestapt: de onderhandelingen waren niks voor hem. Een ander kopstuk, Theo van der Giessen was op dat moment ook niet blij dat de wedstrijd afgeblazen werd. Het is Daalder, die de bijnaam ‘de opa van de kraakbeweging’ had, ten slotte echter gelukt om met een deel van de krakers tot overeenstemming te komen. Daarop kocht de gemeente in november 1980 de panden op en liet ze door het Gemeentelijk Woningbedrijf opknappen en verhuren tegen een sociale prijs. Om tot dit resultaat te komen was niet altijd even makkelijk en het heeft Daalder flinke partijen koud zweet gekost.

Bekijk alle afleveringen van Oneindig Noord-Holland.
Publicatiedatum: 22/07/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.