Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Lust tot last

Amsterdam, 30 september 2011. “Voortgang, dat is wat de foto op de voorkant uitdrukt”, aldus Hans Polman. “Eindelijk zwierven de passagiers niet meer rond op het platform nadat ze waren uitgestapt”. “Immers, de passagiers moesten voorheen zelf lopen vanaf het toestel naar het stationsgebouw en dat kon een aardige wandeling zijn”. “Levensgevaarlijkesituaties gaf dat, passagiers tussen tankwagens en materieel." "Vooral als ze dan ook nog gingen roken!”. Hans en zijn vrouw kunnen er nog om lachen. Onvoorstelbaar vinden ze het nu.

Ik ben deze avond de gast van Hans Polman en zijn vrouw bij hen thuis in Nieuw Vennep. Ik ben Hans op het spoor gekomen via de vereniging voor oud cabinepersoneel. Op mijn telefoontje reageert hij gelijk enthousiast. Natuurlijk wil hij me te woord staan. 79 jaar is hij nu en nog steeds vol van zijn tien dienstjaren (1954-1964) als Purser der KLM.

Zelf ben ik werkzaam bij KLM vanaf 1990. Mijn eerste tien dienstjaren heb ik er vliegend doorgebracht. Dat is het gemeenschappelijke dat Hans en ik delen. Ik ben ongelofelijk nieuwsgierig naar zijn verhalen. En die komen er. Als Hans eenmaal op zijn praatstoel zit dan komen de anekdotes en verhalen in sneltreinvaart voorbij. Opvallend is zijn grote liefde voor KLM. Geen kwaad woord over het bedrijf dat hem zoveel heeft gebracht. Natuurlijk passeert ook de ontwikkeling van Schiphol zelf de revue. Een groeiontwikkeling die in de jaren ’50 met genoegen werd bekeken maar die in de jaren ’90 gaandeweg tegen zijn grenzen aan loopt.

Als ik met de auto naar huis rijdt, is mijn hoofd vol met zijnverhalen en mijn herinneringen. Hans en ik delen beiden de liefde voor reizen, onverwachte en gekke situaties met passagiers en collega’s. Wat dat betreft is er tussen 1954-1964, de periode van Hans en 1990-2000, mijn vliegperiode, niet veel  veranderd. Op ons beiden heeft onze vliegperiode een onuitwisbare indruk gemaakt.

Het is deze simultane ontwikkeling die ik in dit document wil belichten. Aan het begin van dit document vindt u Hans, werkzaam als Purser van 1954 tot 1964. Vervolgens vindt u mij, nu 44 jaar oud, werkzaam in hetzelfde beroep van 1990-2000. Bij ieder jaartal vindt u (dikgedrukt) de belangrijkste ontwikkeling van de luchthaven Schiphol in dat jaar. Alle drie maken hun eigen ontwikkeling door en vormen dan ook een eigen verhaal.

Lust tot last, voor de luchthaven van 1964 tot 2000, van ongebreidelde groei tot geluidsgrenzen.  Lust tot last, voor Hans, van wereldreiziger tot stofzuigerverkoper. Lust tot last, voor Jan, van wereldontdekker tot vluchter.

Tekst: Jan van Asch.

1954

De rondzoekradar wordt in het begin van 1954 op proef en in december officieel in gebruik genomen. Met behulp hiervan kunnen verkeersleiders vliegtuigen tot een afstand van 100 kilometer rondom Schiphol zien.“Als ik ging vliegen in die tijd dan zag je er keurig uit. We droegen zelfs handschoentjes. Je zag er heel mooi uit. Dat kun je niet vergelijken met de joggingbroeken van nu. In de Super Constellation hadden we echt nog een bar voorin het toestel en als ministers vlogen dat zat je aan de bar met ze. Of je klaverjaste met ze. Dan is het nu een bus”.

1955

Er wordt voor het eerst meer dan 700.000 passagiers vervoerd op de luchthaven Schiphol en daar komen voor het eerst meer dan een miljoen dagjesmensen op af.

“Er waren altijd wel bekende bij. Je had soms filmsterren. Koningin Soraya van Perzië met dat akelige hondje. Maar ook de filmster William Holden. We kwamen in Bombay aan. Toen zei ik tegen hem: “Mister Holden, er staat een hele grote olifant beneden op u te wachten, die is helemaal opgetuigd voor u”. “I am not going to ride on that bloody elephant”. De olifant stond onderaan de trap met een groot draagzadel op zijn rug te wachten en natuurlijk ging mijnheer Holden er wel op”.

1956

Het eerste straalverkeersvliegtuig landt op Schiphol: een tweemotorige Franse Caravelle die vier demonstratievluchten uitvoert voor genodigden.

“Amstelveen zat vol met KLM-ers. In duplexwoningen. Piloten van de RAF. Plesman was gek van RAF piloten in 1948. Wij in ons buurtje in Amstelveen waren allemaal KLM. Als er een vliegtuig was neergestort was er altijd wel een kind op school die zijn vader kwijt was. Je bent er zo mee groot geworden”.

1957

Er wordt gezocht naar aanvullende middelen om de bouw van een nieuwe luchthaven te realiseren. Mede als gevolg daarvan doen belastingvrije winkeltjes hun intrede op Schiphol

“De bemanningssamenstelling was een Purser, een Hofmeester en twee stewardessen. Maar niet bij mijn stationering. Drie maanden in Las Palmas heb ik gezeten. En ook in Johannesburg. Vandaar uit vlogen we naar Kano in Nigeria. We hadden een flat in Johannesburg. En in Kano verbleven we in ons eigen hotel. Ik handelde in Afrikaanse kunst. Ik kocht in Kano in en verkocht het weer in Johannesburg. Daar heb ik nog een leuke sportauto aan over gehouden. De kapitein handelde in tropische vruchten. Die zat in de cockpit op het bedieningspaneel zijn administratie bij te werken. Veel zakenlieden hadden we dan altijd aan boord. Er waren nog niet veel toeristen. Het toeristische gebeuren is nooit echt in mijn tijd geweest. Soms wel een beetje, in Europa”.

1958

De luchtvaart raakt in een stroomversnelling. Voor het eerst worden meer passagiers met vliegtuigen dan met schepen vervoerd over de Atlantische oceaan.

“Waar ik me over verbaasde was het feit dat die emigranten die op weg gingen naar hun nieuwe land helemaal geen Engels spraken. geen cursus gedaan, niets. Die mensen waren, ik zeg het maar even plat, van een wat eenvoudiger niveau. Ze hadden niet die intelligentie om de zaken eens heel goed op een rij te zetten. Zo van, kan ik dit wel? Die emigrantenvluchten waren heel bijzondere vluchten. Dat was wat je normaliter nooit aan boord had. Die mensen betaalden een behoorlijk bedrag. Bij aankomst moesten ze heel veel papieren invullen. Die werden altijd pas in het vliegtuig uitgedeeld. Ik heb nooit begrepen waarom. En aangezien ze geen Engels konden, hield ik voorin het toestel kantoor, dan vulde ik het wel voor ze in. Je merkte ook vaak wel spanningen in een dergelijk gezin. Vaak wilden de ouders wel maar de kinderen niet. Ik heb altijd gedacht, waar ben je mee bezig?”

1959

Weer een recordjaar in de geschiedenis van de luchtvaart: voor het eerst meer dan een miljoen passagiers.

“De foto die je bij je hebt is waarschijnlijk gemaakt ter ere van het veertig jarig bestaan van KLM in 1959. De bussen waren een noviteit, een teken van vooruitgang. Passagiers liepen voorheen nog met hun handbagage naar het stationsgebouw. Deze bus was een enorme vooruitgang. Daarvoor hadden we regelmatig gevaarlijke situaties met passagiers en materieel. 40 jaar KLM in dat jaar. 1919 tot 1959. Passagiers moesten wachten tot hun bagage uit het ruim kwam. Dat kon lang duren. Via heel eenvoudige banden werd het aan ze geretourneerd”.

1960

In Nederland begint het straaltijdperk als KLM de eerste Douglas DC 8 in dienst neemt.

“Vliegveiligheid; daar deden we veel aan met de komst van de DC 8. Omdat vliegen nog in een beginfase zat was veiligheid een belangrijke focus. We werden erg goed getraind in Flight Safety. Dat deden we wel iedere drie maanden. De noodluiken kunnen openen, de deuren kunnen openen, de glijbanen uitrollen, branden blussen. Bevallingen aan boord. Heel breedschalig. Voor de openingsvlucht over de Pool (Amsterdam-Anchorage) kregen we een speciale Pooltraining van een Amerikaan die zijn hele leven al in Alaska woonde. We moesten iglo’s bouwen, ijsblokken zagen, en we kregen een geweer mee. Om een beest te kunnen schieten. En we moesten in een tent slapen, in -40 graden!”

1961

Er is een begin gemaakt met de uitvoering van de plannen voor een nieuwe luchthaven: Schiphol-centrum. Er worden proeven genomen met een Aviobrug.

“Boven Afghanistan geeft de cockpit aan dat ze geen verbinding meer kunnen krijgen met de grond. Ze zijn letterlijk de weg kwijt geraakt. De cockpit vraagt mij om assistentie. Ik moet checken of er passagiers aan boord zijn die wellicht technisch geschoold zijn. Op de passagierslijst staat een NAVRO. Dat is een telegrafist die ook kan navigeren. Ik maak hem wakker en leg hem het probleem voor. Kan jij met de sextant werken?, vraag ik hem. In de oude Connie kon je vanuit een glazen koepel op de cockpit naar buiten kijken. Deze man heeft ons met behulp van de sextant en de maan weer op de route gekregen”.

1962

De eerdere invoering van de tourist class en de economy class zorgen er samen met de opkomst van chartermaatschappijen voor, dat vliegen steeds meer als een vorm van massavervoer wordt gezien.

“Er komen zoveel dingen boven. Een Verre Oosten vlucht, slipstation Cairo. Het sliphotel was een oud paleis van koning Faroek en er lag het grootste Perzische tapijt van wereld. De crew zat op het terras wat te drinken toen ze in de verte sirenes horen. Politiemensen kwamen de trap op. Ik werd geroepen door iemand van de receptie. Ze moesten mij hebben. We hadden een tussenlanding gemaakt in Geneve en daar was ik in het nieuwe toestel mijn paspoort kwijt geraakt. Ik werd in een jeep gezet en naar een politiecel in de woestijn gebracht. In een gebouw in een kamer alleen vastgezet. Ik werd wel goed behandeld. Ook een hele crew van KLM aerocarto had daar eerder al vastgezeten. Ook iets met paspoorten. Dagenlang. Problemen met Israël en Egypte. Na vier dagen werd ik vrijgelaten. Een hele gekke ervaring”.

1963

Met de daadwerkelijke bouw van de nieuwe luchthaven Schiphol-centrum wordt in januari begonnen.

“Mijn vrouw kwam meestal naar het oude veld toe om me af te halen. En dan kwam de cockpitbemanning naar buiten: “het baken branden weer eens niet, maar het is gelukt hoor, we zijn er weer!” Het waren wilde tijden, dat kan ik je vertellen. Die verhalen zijn altijd weggehouden, logisch. Ik heb me er altijd over verbaasd dat er eigenlijk weinig verhalen naar buiten zijn gekomen. Haar opa heeft de oude machines nog weggeduwd. De barakken waren van de militairen. Plesman heeft een barak gehuurd en zo is hij gestart. De grond was nog niet goed om op te vliegen. Bij harde regen moesten de vliegtuigen worden losgetrokken”.

1964

Een hoogtepunt is het bereiken van het hoogste punt van het nieuwe stationsgebouw op Centrum. In Limburg wordt Transavia opgericht.
“Na weer een landing met barstende hoofdpijn besloot ik door te rijden naar het VU ziekenhuis in Amsterdam. De specialist die me onderzocht ontdekte dat al mijn sinussen chronisch ontstoken waren. Ik weet het zelf aan de drukcabine. De drukopbouw en zuurstoftoevoer werden op deze oude machines nog handmatig geregeld door de boordwerktuigkundige. En dat liet in mijn tijd nog veel te  wensen over”. Hans wordt afgekeurd voor het vliegen en daardoor wil hij helemaal niet meer werken voor KLM. Een domme beslissing vindt hij nu. Hij mist de KLM tot op de dag van vandaag. Het jaar daarop krijgt hij een ernstig ongeluk en moet vier jaar revalideren. Hij heeft op sterven gelegen. Uiteindelijk vindt hij weer een baan. Stofzuigers verkopen voor Elektrolux, deur aan deur voor Elektrolux, deur aan deur.

1990

De uitvliegroute tussen hoofddorpen Nieuw Vennep wordt verplaatst waardoor Bennebroek meer hinder ondervindt. Uit deze plaats komen meteen 35.000 klachten binnen bij het meldpunt.

Op mijn eerste vlucht naar Mexico Stad maak ik kennis met mijn werkplek. Drie vierkante meter gedeeld met een collega. Van hieruit drinken en eten honderd passagiers.

1991

Nadat in januari de Golfoorlog is uitgebroken, zakt het luchtvervoer wereldwijd dramatisch in. Nieuwe nachtelijke vliegroutes moeten voor minder overlast zorgen.

We zitten nu al twee weken met de hele bemanning vast in Karachi, Pakistan. Door het niet doorkomen van de toestellen uit Amsterdam kunnen we niet naar huis. Er wordt momenteel niet over het Midden Oosten gevlogen. We mogen het hotel niet uit vanwege onlusten in de stad. Ik sla bij het tennissen die middag een bal over de muur. Vijf minuten later wordt de bal teruggegooid. “Fuck off” staat erop geschreven. Ik wil naar huis. ’s Avonds dringen schreeuwende mannen de lobby van het hotel binnen waar wij zitten te scrabbelen. Ze worden hardhandig door de beveiliging verwijderd.

1992

Na de vliegrampen met de El Al vliegtuig in Amsterdam-Bijlmermeer in oktober en de Martinair DC10 bij Faro komt de nadruk bij de uitbreiding van Schiphol meer op vliegveiligheid te liggen.

Wij rijden die avond met een goede vriendin en KLM collega van haar huis in Haarlem naar het onze in Amsterdam Zuidoost. Bij Amstelveen komt de lucht ons al tegemoet. Brand. We maken nog het zieke grapje dat IKEA waarschijnlijk is uitgebrand. Eenmaal thuis gekomen in onze flat in Gaasperdam, worden we gebeld door de moeder van mijn toenmalige vriend Steve. In Schotland is het al in het nieuws. Of alles goed met ons is? We zetten de televisie aan en kijken in ongeloof naar wat er zojuist vijfhonderd meter verderop was gebeurd.

1993

Terminal West wordt in april feestelijk geopend. Dankzij deze nieuwe voorziening kan de topdrukte van vier maanden lang, iedere maand twee miljoen passagiers, makkelijk worden verwerkt.

Op de vlucht naar Conakry heb ik gesproken met een Belgisch echtpaar dat ontwikkelingswerk verricht. Na de landing nodigen zij ons uit om naar hun dorp in de bergen te komen. Het dorp blijkt een oude uitwijkplaats te zijn van de voormalige Franse machthebbers. Die ontvluchtten in de zomer de ondragelijke hitte van Conakry. Ik slenter door het dorp,  aangestaard door kleine kinderen. De vervallen Franse huizen zijn rijp voor de sloop. Een oud hotel is overwoekerd door het oerwoud.

1994

De uitbreiding van de luchtvaart is een heikel punt. Omdat de Buitenveldert baan bijna een jaar buiten gebruik is, wordt vaker over de andere gebieden gevlogen. Dat levert honderdduizenden klachten op.

Er heerst een verslagen stemming in het bemanningencentrum als ik binnenkom. Er is die ochtend een KLM purser neergestoken aan boord op een vlucht van Bangkok naar Amsterdam. Dader; een verwarde Nederlandse passagier. Voor KLM het startsein om werk te gaan maken met het geven van agressietrainingen voor frontline personeel. Later kom ik deze purser nog tegen bij het zwembad in Bangkok. Het litteken is duidelijk zichtbaar op haar rug.

1995

De luchthaven begint met een ontmoedigingsbeleid voor lawaaiige vliegtuigen. In mei wordt Schiphol Plaza geopend.
Er komen bedden aan boord. Speciaal voor de bemanning gemaakt in het dak van het vliegtuig. Ik kan me er nog niets bij voorstellen. Mijn eerste vlucht op een B747-400 is naar Singapore. Waar we voorheen een tussenstop maakten te Muscat, vliegen we nu rechtstreeks. De maximale wettelijke werktijd kan door de komst van de bedden worden ‘opgerekt’. Horizontale rust telt niet mee in je werktijd. Twaalf uur non-stop. Ik ben 19 uur in touw en heb nauwelijks geslapen.

1996

De Aanwijzing Luchthaventerrein Schiphol wordt van kracht en daarmee krijgt de luchthaven geluidszones die niet mogen worden overschreden. De luchthaven viert op 19 september dat tachtig jaar geleden het eerste vliegtuig in Haarlemmermeer landde.
Maandenlang ben ik iedere dag aan passagiers aan het uitleggen waarom we zoveel vertraging hebben. De nieuwe geluidsmetingen zorgen voor het sluiten van een aantal landingsbanen. Nederlandse passagiers reageren agressief. Buitenlandse passagiers kun je het al helemaal niet uitleggen. Paul Rosemoller van Groen Links zit op een van mijn vluchten in de Business Class. Nederlandse zakenmannen kunnen hem wel villen. Ik moet tussenbeide komen. Hij wordt voor hypocriet uitgemaakt. ‘Wees consequent en neem de trein’, krijgt hij naar zijn hoofd geslingerd. Geluidsgrenzen in de praktijk.

1997

Vanaf 1 januari heeft Schiphol wettelijke grenzen. Het aantal klachten bereikt een hoogtepunt. In de kerstnacht raakt een Transavia-vliegtuig door harde zijwind na de landing van de baan.

We zijn in een afschuwelijk noodweer terecht gekomen. Op weg van Santiago de Chile naar Buenos Aires. Terwijl wij in de nadering zitten voor de landing op Buenos Aires, sluiten de autoriteiten plotseling de luchthaven vanwege het slechte weer. Blikseminslag geeft een vuurbal in de cabine. Passagiers gillen en schreeuwen. Hagelstenen kletteren op de machine. We wijken uit naar Montevideo. Na uren wachten vliegen we alsnog naar Buenos Aires als het weer het daar toelaat.

1998

Schiphol blijft opnieuw niet binnen de geluidszones. Besloten wordt dat er een nieuw stelsel van normen en regels moet komen. Als de grenzen bereikt worden ziet de luchtvaartsector in een luchthaveneiland in de Noordzee het beste alternatief voor Schiphol.
De baby is dood. De vlucht van Aruba naar Amsterdam die haar in het ziekenhuis moest brengen, bleek net te lang. Iedereen voelt zich verslagen. De moeders onder de bemanningsleden staan te huilen. Ik neem met een onwezenlijk gevoel afscheid van mijn collega’s en ga naar huis.

1999

Het kabinet wil geen grootschalige aanpassing van het banenstelsel en schuift een luchthaveneiland verder de toekomst in. De grens van 44 miljoen passagiers staat ter discussie.

Hij komt rustig aan boord. De begeleiding door twee man marechaussee stelt mij nog niet echt gerust. De man wordt uitgezet, terug naar Nigeria. Als we twee uur in de lucht zijn zet hij het op een schreeuwen. Het is te horen in het hele toestel. Hij houdt het uren vol. De marechaussee staat machteloos. Hoewel ze hem wel kunnen handboeien mogen ze niet zijn mond tapen. Na de landing in Lagos wordt hij door de lokale politie van boord gehaald. Op het moment dat wij de gate uitkomen zien we hoe zij hem met stokken in elkaar slaan.

2000

Hoewel ruimschoots onder de grens van maximaal 12.000 huizen wordt gebleven, wordt de geluidszone wel op vijf punten overtreden. Schiphol moet daarvoor een boete van vijf miljoen gulden betalen.

Ik ben chronisch moe en vliegen voelt als vluchten. Mijn besluit staat vast, ik stop met vliegen. Het is een mooie tijd geweest die ik voor geen goud had willen missen maar het is ook genoeg geweest. Ik vind een interessante grondfunctie en zet mijn loopbaan bij KLM voort.

Tekst: Jan van Asch
 
 
Terug naar het overzicht

Raadgepleegde literatuur

Frans Grosfeld,Schiphol, van vliegwei tot superluchthaven, Amsterdam 1982.
Hugo Hooftman,Hier is Schiphol,Utrecht 1958.
Cor Lucke,Herinneringen aan oud Schiphol, 1916-1967, Hulst 1996.
KLM jaarverslag 1959, jaarverslag voor het personeel.

 
Interview met Hans Polman senior, 79 jaar, woonachtig te Nieuw Vennep. Purser der KLM van 1954-1964. Afgenomen op 28 september 2011.

Publicatiedatum: 28/03/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.