Magere brug
Magere brug
Op het Centraal Station aangekomen, printten we een routeplanning uit naar het bewuste adres en zeiden “is dat even handig!” tegen elkaar. Na een snelle blik meenden we dat het wel te lopen was. Braaf volgden we het zwarte streepje dat de route op de plattegrond aangaf. Er was geen vuiltje aan de lucht, integendeel, het was heerlijk nazomers wandelweer op zomaar een doordeweekse dag. We boften, we waren samen uit.
Poging twee
Totdat het zwarte streepje ophield. Pardoes, midden in een gracht. Dat vonden we gek. Toch was het echt waar; mijn bril wil me nog wel eens foppen, maar de 22 lentes die naast mij stond, ziet scherp als een ekster. Wat nu te doen? Het is algemeen bekend dat het niet gezond is in de Amsterdamse grachten te water te gaan. Dat was al zo in mijn jeugd, toen ik er nog woonde. Bovendien, wat zouden Russische tsaren en hun gevolg daar te zoeken hebben? Met een vraag om hulp zijn we binnengestapt bij een kantoor van de Gemeentelijke Stadsdeelraad, vlakbij. Hier moesten ze het zéker weten. ‘Oóóhh, de Ermitáázj!’. Een bijna perfect Nederlands sprekende Française liep mee naar buiten en wees ons hoe we verdèrrr moesten lopènn. Er werd een rug gestrekt, er ging een vest uit: óp naar Amstel 51. Maar, op onze plattegrond stond Nieuwe Herengracht 14, zou dat een probleem zijn? We liepen langs de Hortus Botanicus waar mijn ouders mijn broer en mij vroeger mee naartoe namen om de Victoria Regina te zien. Een waterlelie met zulke grote, sterke bladeren dat er een volwassene languit op kan liggen. Daar hadden we nu niets aan. Aan onze linkerhand lag Artis, heel vaak bezocht in mijn jeugd. Mijn ouders hadden een knipkaart van deze dierentuin omdat zij ‘Vrienden van Artis’ waren. Het is leuk om ergens zoveel om te geven dat je er ‘vriend van’ wordt. Een paar jaar geleden logeerde ik bij een vriendin in de Sarphatistraat, ook ergens in deze buurt, en werd midden in de nacht wakker van vreemde geluiden, olifantgetrompetter en de brul van een leeuw. Het zal uiteindelijk heus wel wennen, maar die ene nacht was voor mij wel genoeg vervreemding. Nog weer even vragen of we goed zaten? “Die man mam, die uit die auto stapt, die woont daar vast dus moet-ie het weten.”
Poging drie
De gezette heer deed zijn best: “Iek weiss niet, dies ies noie Printzengracht, aber…” Op de Weesperstraat aangekomen, sloegen we gevoelsmatig linksaf. Dat was fout. Maar goed dat we voor de zekerheid wederom de weg naar De Hermitage vroegen! Deze keer aan een man in blauw kostuum. “Binnendoor steken en dat bruggetje over, dan kom je bij de Amstel; de Hermitage ligt als het ware schuin achter dit gebouw.” “De Amstel?” zei een oud dametje die met haar rollator kwiek dichterbij kwam. “Dan moet je effenun stukkie trug hoor, en dan naar links. Ik woon hier al feertig joar!” Achteruitgang is stilstand, dus ondanks de veertig jaar ervaring kozen we voor het blauwe kostuum en het bruggetje. Een sloot thee, en wat schaamte toe En daar was de Amstel. De zon schitterde in het water zoals dat hoort op een mooie dag. Rechts van ons stond in grote letters onder elkaar: Carré. Nee, dan toch maar naar links. Aan de portier in apenpak van een groot hotel gevraagd… (sorry, geen fooi). Tóch weer teruglopen! Amechtig passeerden we Carré en besloten bij café De Magere Brug uit te blazen en thee te drinken. Op het tafeltje lag een folder van De Hermitage. “Waar is dat nou precies, niemand schijnt het te weten,” vroeg mijn dochter aan de serveerster. “Hier flak bij, effenun stukkie trug, ken je aansluite bij de rij van 500 minse. Enne… àchteraansluite hè. Moar wat wil je bestelle, ik hep et druk!” De houten caféstoel voelde als een zetel en ondanks het risico er later niet meer in te komen, deed ik mijn schoenen uit. Eerst een sloot thee en dan pas mij verschrikkelijk schamen dat ik – geboren en getogen Amsterdamse – er nog altijd de weg niet weet.
Auteur: Ina Stel
Publicatiedatum: 05/04/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.