Het Gooi ligt op een stuwwal ontstaan in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo’n 370.000 tot 130.000 jaar geleden. Het was toen zo koud dat Scandinavië bedekt raakte met landijs. De enorme gletsjers bereikten ook ons land en bedekten de noordelijke delen van Nederland met landijs. Het ijs kon honderden meters dik worden. Nadat de ijslagen niet meer aangroeiden zakte het ijs onder zijn eigen gewicht weg in de ondergrond en drukte door de kracht een stuwwal op. Het hoogste punt in het Gooi is de Tafelberg. De gletsjers namen leem en grotere en kleinere brokken steen mee.
Fietsers bij de stuwwal
Foto Bart Siebelin
Fietsers bij de stuwwal
Dekzand
Tijdens de laatste ijstijd bereikte het landijs Nederland niet, maar het was wel erg koud. Zo koud dat er vrijwel geen planten groeiden. De wind blies zand uit de drooggevallen Noordzee over ons land heen. Het zand dat werd afgezet noemen we dekzand. Het dekzand vind je nu nog op de heide, vooral aan de randen van de stuwwal.
Gooise stuwwal.
Gooise stuwwal.
Schapen
Veel later, in de middeleeuwen, werden de bossen, die oorspronkelijk op het zand groeiden, gekapt. Mensen gebruikten grote delen van het dekzandlandschap om er schapen te laten grazen. Vooral om aan mest te komen voor de voedselarme akkers. Er zijn nog steeds schapen op de Gooise heide te vinden, nu echter om de heidevelden in stand te houden.
Lit. Lesbrief Aardkundige Monumenten, Provincie Noord-Holland november 2010.
Publicatiedatum: 27/10/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.