Maar Luthers volgelingen mochten dan onorthodox zijn, niettemin hadden zij een streepje voor omdat zij van belang waren voor de welvaart van de stad. De eerste generaties lutheranen bestonden vooral uit Duitse en Scandinavische kooplieden, met relevante handelscontacten en korte lijnen met lutherse vorsten in hun herkomstgebieden. Dus gedoogde het stadsbestuur al in 1600 dat de lutheranen een pakhuis aan het Spui aankochten, dat steeds openlijker als kerk gingen gebruiken en in 1633 vervingen door een pand waaraan (vooral door de vormgeving van de ramen) de functie van buiten tamelijk duidelijk was.In 1671 mochten zij zelfs bij de kop van ’t Singel een pontificale tweede kerk bouwen, bekroond met een koepel van Zweeds koper. Samen met de joden (ook van cruciaal economisch belang) waren de lutheranen vanaf 1674 de enigen die hun doden op eigen grond mochten begraven onder de zerkenvloer van beide kerken. Intussen vernederlandste de lutherse gemeente. Steeds minder preken werden in het Duits gehouden en de Amsterdammers zetten een eigen predikantenopleiding op. In 1935 werd in deze grote ‘Koepelkerk’ de laatste dienst gehouden. Sinds 1975 dient zij als congres- en muziekzaal, verbonden aan het naastgelegen hotel (eerst Sonesta, nu Ramada). Tekst: Peter-Paul de BaarDe Wereldplekken zijn onderdeel van het themanummer ‘Amsterdam Wereldstad’ van Ons Amsterdam. Maandblad over heden en verleden van Amsterdam, november 2011.
Lutherse kerk. Ets uit 1693, gepubliceerd in Casparus Commelin, Beschryvinge van Amsterdam. Collectie STADSARCHIEF AMSTERDAM
Lutherse kerk. Ets uit 1693, gepubliceerd in Casparus Commelin, Beschryvinge van Amsterdam. Collectie STADSARCHIEF AMSTERDAM
Publicatiedatum: 26/10/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.