Het droeve lot van weduwe Koopmanschap
Het leven zat de weduwe Koopmanschap niet mee. Over haar belevenissen, vertelt Peter van Schaik in zijn historische column voor rtvAmstelveen. De hoofdpersoon uit het verhaal is een meisje uit Ouderkerk dat trouwde met Cornelis Koopmanschap. Cornelis was veehouder in de polder de Ronde Hoep, aan de oostkant van de Amstel. Het echtpaar kreeg zeven kinderen, twee overleden helaas jong. Peter van Schaik: “Cornelis was een man van enig aanzien want hij was lid van de gemeenteraad te Ouder-Amstel. Toen het jongste kind twee jaar was, in 1823, stierf de man echter. Daarmee was het ongeluk geboren”.
Bij liquidatie van de boerderij bleek dat er bijna geen baten waren en de weduwe kwam dan ook al gauw terecht bij het armbestuur. Daar kreeg zij twee gulden per week.’ De boerderij was verkocht en de weduwe besloot met haar gezin naar buurgemeente Nieuwer-Amstel (tegenwoordig Amstelveen) te verhuizen. Ze vond onderdak in een schamele woning aan het Rustenburgerpad, tegen Amsterdam aan. Later zou Amsterdam dat deel van Nieuwer-Amstel annexeren.
>