Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

De Hollandse vaderlandsliefde van de Franse koning Lodewijk

Hoorn laat zich graag zien als dé VOC-stad uit de gouden eeuw. En dat is niet onterecht, want bekende VOC-figuren als Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen, schipper Bontekoe en Liorne, de ontwerper van het fameuze fluitschip, kwamen hier vandaan. Daarnaast bezit de stad ook het mooiste pakhuis van de VOC: het pakhuis op Onder de Boompjes. In bijna alle boeken over de VOC wordt dit gebouw als illustratie gebruikt. Belangrijkste reden: de zeer herkenbare plaquette in de muur. En het is waarschijnlijk aan koning Lodewijk Napoleon (de broer van keizer Napoleon) te danken dat het gebouw ooit eigendom van de stad Hoorn is geworden.

Het model van een fluitschip zoals ontworpen door koopman Liorne. Kenmerken van dit type schip zijn een rond versierd achterschip en een peervormige doorsnede waardoor het dek smaller is dan het ruim onder. Dit had economische redenen.

Bron: Westfries Archief, Collectie Stichting Projector, Hoorn.

Het model van een fluitschip zoals ontworpen door koopman Liorne. Kenmerken van dit type schip zijn een rond versierd achterschip en een peervormige doorsnede waardoor het dek smaller is dan het ruim onder. Dit had economische redenen.Het model van een fluitschip zoals ontworpen door koopman Liorne. Kenmerken van dit type schip zijn een rond versierd achterschip en een peervormige doorsnede waardoor het dek smaller is dan het ruim onder. Dit had economische redenen.

VOC-bezittingen door de staat ‘opgekocht’

Het pakhuis op Onder de Boompjes werd rond 1606 gebouwd door de stad Hoorn ten behoeve van de VOC en was daarom eigendom van deze compagnie. De VOC, opgericht in 1602, was in de 17e eeuw erg succesvol. In de 18e eeuw ging de handel echter achteruit tot de compagnie rond 1795 vrijwel failliet was. In datzelfde jaar onderging Nederland een grote politieke verandering: het ontstaan van de Bataafse Republiek.
Met deze omwenteling veranderde de positie van de VOC ook. De zelfstandigheid die ze onder de oude Republiek genoot, verviel. Dit betekende het definitieve einde. Voor een luttel bedrag kocht de staat een groot deel van de VOC-bezittingen over. Nu de kamer van Hoorn niet meer bestond, werden haar bezitting (waaronder het pakhuis) eigendom van de Bataafse Republiek. Toen de Republiek in 1806 werd opgevolgd door het Koninkrijk Holland met Fransman Lodewijk Napoleon als koning, kwamen de oude VOC-bezittingen onder nieuw beheer.

Lodewijks cultuurbeleid

Lodewijk had vooruitstrevende ideeën over hoe zijn koninkrijk bestuurd moest worden. Hij vond, zoals veel verlichte denkers, dat een volk kennis moest nemen van zijn gezamenlijke geschiedenis, kunst en cultuur. Dat zou volgens hem de verbondenheid van het volk met het vaderland bevorderen. Hij zette zich dus in om de Nederlandse cultuur te ondersteunen en te bewaren. Voor dit doel leerde hij Nederlands en investeerde hij veel tijd en geld in nationale instellingen als een nationaal archief, een nationale bibliotheek (de huidige Koninklijke Bibliotheek in Den Haag) en een instituut voor wetenschappen, de voorloper van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen). Bekendste voorbeeld van zijn cultuurbeleid is echter de verzameling Nederlandse kunst die hij in een nationaal museum openbaar wilde maken voor het Nederlandse volk. Deze verzameling werd de kerncollectie van wat later het Rijksmuseum zou worden. Enkhuizen had zich kandidaat gesteld voor de huisvesting van de collectie (zie verhaal ‘Lodewijk Napoleon en het koninklijk museum in Enkhuizen’) maar uiteindelijk werd toch gekozen voor het Paleis op de Dam.

In dit decreet wordt officieel bekend gemaakt dat het gebouw in de Muntstraat en het pakhuis op Onder de Boompjes aan de stad Hoorn geschonken worden. Hoewel niet met toenaam wordt gezegd dat het om de oude VOC-gebouwen gaat is dit wel zeer aannemelijk.

Bron: Westfries Archief, toegangsnr. 0348 – Oud archief stad Hoorn 1356-1815, inv. nr. 2916.

In dit decreet wordt officieel bekend gemaakt dat het gebouw in de Muntstraat en het pakhuis op Onder de Boompjes aan de stad Hoorn geschonken worden. Hoewel niet met toenaam wordt gezegd dat het om de oude VOC-gebouwen gaat is dit wel zeer aannemelijk.In dit decreet wordt officieel bekend gemaakt dat het gebouw in de Muntstraat en het pakhuis op Onder de Boompjes aan de stad Hoorn geschonken worden. Hoewel niet met toenaam wordt gezegd dat het om de oude VOC-gebouwen gaat is dit wel zeer aannemelijk.

Monument voor de burgers

In deze lijn past ook een nieuw beleid rondom erfgoed. Monumenten waren van het volk en moesten ook door hen bezocht kunnen worden. Dat kan de reden zijn dat Lodewijk op 12 september 1809 de oude VOC-monumenten aan de stad schonk. Met een officieel document, voorzien van zegel en al, werden het Oost-Indisch Huis (het vroegere VOC-kantoor van de Kamer van Hoorn) in de Muntstraat en dit pakhuis eigendom van de stad Hoorn. Die kreeg de taak het te bewaren voor het nageslacht zodat komende generaties via deze monumenten kennis konden blijven nemen van haar vaderlandse geschiedenis. Het besluit om de gebouwen ‘terug te geven’ aan het stadsbestuur was dus een onderdeel van Lodewijks cultuurbeleid tot het bevorderen van vaderlandsliefde en kennis van de eigen geschiedenis.

Auteur: Emmie Snijders

Bronnen:
Westfries Archief, toegangsnr. 0348 – Oud archief stad Hoorn 1356-1815, inv. nr. 2916.

Verder lezen:
Karina Meeuwse, Lodewijk Napoleon. De Hollandse jaren (2008).

Publicatiedatum: 09/10/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.