Hoe dan ook, wij gingen naar Texel en weken lang had mijn moeder mij voorbereid. Dat ik erg dankbaar moest wezen, dat ik niet mocht zeuren en dat ik zeker niet in hun auto mocht overgeven. Want het was bekend dat ik een zwakke maag had. Het zien van het IJ deed mij al kokhalzen, laat staan met de pont naar Amsterdam Noord, een keer en nooit weer. Ik was dan ook niet zo bang voor mijn maag in de auto, nee, die overtocht naar Texel, dat was de zee, dat betekende zeeziekte. Ik had als jongen natuurlijk “de scheepsjongens van Bontekoe” gelezen en dacht alles te weten van zeeziekte. Zeeziekte was zo erg dat je er aan kon overlijden. En dat stond mij te wachten. De tocht met de auto overleefde ik enigszins, hoewel ik groen uitgeslagen bij het veer aankwam. Althans, wij kwamen aan achterin de lange rij auto’s die op het veer stonden te wachten. Het veer dat nog nergens te bekennen was. Het veer dat voorlopig ook nog niet zou komen. Al gauw werd duidelijk dat een van de veren om een of andere reden uit de vaart genomen was, en dat het aanbod van auto’s te groot was om voor het eind van de avond over te zetten. “Ach”. Zei mijn tante in onvervalst Amsterdams: “dan nemen we toch een hotelletje in dit dorp”. Ik voelde een golf van gelukzaligheid over mijn ruggengraat lopen. We zouden op het vasteland blijven. En zowaar er werd een hotelletje gevonden, wat naast logies bieden aan gestrande reizigers ook ruimte bood aan dames van enigszins verdacht signatuur. Het bleek een van de gezelligste plekken van Noord Holland te zijn. Mijn Oom, niet geheel onbekend met deze tak van sport, vermaakte zich uitstekend, en mijn Tante liet haar zangtalenten horen in de bar die dit etablissement rijk was. En wij, mijn neven en ik, wij zwierven door deze ruime stad. Niet dat benauwde van Amsterdam, nee brede winkelstraten en overal leek je de zee wel te kunnen zien. Als klap op de vuurpijl kwamen we ook nog bij een oud fort terecht, later begreep ik dat dit Kijkduin geweest moet zijn. Wat een geweldige drie dagen Den Helder waren dat. Heel vaak ben ik nog terug geweest. Texel heb ik nooit bereikt maar ik voel mij domweg gelukkig in Den Helder.
Verhalenpaviljoen Den Helder
Verhalenpaviljoen Den Helder
Publicatiedatum: 02/11/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.