Ondanks al die gebreken bleef het dorpje aantrekkelijk voor toeristen, die rust en kalmte zochten. Die niet professioneel vermaakt wilden worden. Die toeristen wilden best kamperen in het dorpje. Maar dat ging niet. De dorpelingen moesten ze steeds doorverwijzen naar dorpjes verderop. Dorpjes met camping. Dat vonden de toeristen wel naar. Maar op een dag kwam er een erg eigenwijze toerist. Die liet zich niet doorverwijzen. Het trok hem veel te sterk aan om in het dorpje te blijven. Dus parkeerde hij zijn camper op de parkeerplaats en pootte zijn tent ernaast in het duin. Hij wist, dat er geen politie was in het dorpje. Dus hij was niet bang. Een tent is aantrekkelijk voor andere tenten. Er kwamen er meer in het duin bij de parkeerplaats. Het duin raakte vol. De parkeerplaats ook. Zelfs de straten en de trottoirs van het dropje werden met tenten en campers bezaaid. Het was een vrolijk gezicht. Het leek wel markt de vrekkige dorpelingen wreven zich in hun handen over zoveel omzet. Niemand wilde de kampeerders wegsturen. En de arm der wet had het wild-kamperen niet door, zo zonder ogen op die plaats. De enige moeilijk van al dat vrolijk vrije wild-kamperen was, dat er totaal geen sanitaire voorzieningen waren. In een mum van tijd was de zee ernstig vervuild. Iets later kregen milieugroepen dat door. Die hadden geen oog voor de omzet van de vrekkige dorpelingen. Die hadden hun stokpaardje en gingen de publiciteit in. De kust van kleine dorpje had het smerigste water van het westelijk halfrond! Daar mocht absoluut niet gezwommen worden! Een gevaar voor de volksgezondheid! Schande! Er moest wat gebeuren! En het gironummer waarop gestort kon worden werd in het brein der bevolking geponst De milieugroepen hadden succes. Hun reclame was zo aantrekkelijk geweest, dat er al spoedig veel geld verzameld was voor het goede doel. Ze kochten een gigantische waterzuiveringsinstallatie en zetten die neer voor de kust van het kleine dorpje. Na wat kleine beginnerproblemen dreunden en daverden de machines dag en nacht. Ze maakten het water schoon. De werkende waterzuiveringsinstallaties waren niet erg aantrekkelijk voor de kampeerders. Tent na tent werd afgebroken. Camper na camper reed weg. De trottoirs, straten en parkeerplaatsen raakten weer leeg. De duinen konden weer ademen. De vrekkige dorpelingen zagen geen omzet meer en verhuisden. Het ene huis na het ander werd verlaten. Het ene na het andere werd een bouwval. Het dropje werd een spookdorp. Erg onaantrekkelijk. Maar de zuiveringsapparaten maakten de zee steeds schoner en schoner. Zo schoon, dat ze tenslotte afgebroken konden worden. De rust was terug in het spookdorp. Er kwam een gewiekst zakenmannetje langs het dorp. Hij zag de rust, de schone zee en de krotten. Voor een appel en een ei kocht hij alle krotten. Hij sloopte ze. Op de vrijgekomen grond bouwde hij douches toiletten en waslokalen. Sanitaire voorzieningen. Een camping. En de kampeerders kwamen terug. Veel kampeerders. De zee bleef schoon, ze mochten blijven zwemmen. En de vrekkige dorpelingen wreven zich radeloos in hun handen, nu ze zo’n prachtige omzet moesten missen, omdat ze hun krot verkocht hadden.
Publicatiedatum: 02/11/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.