Deftige entree en een bijzondere gast
De lijstgevel in Lodewijk XIV-stijl dateert uit 1726/27. De rechte kroonlijst met consoles heeft een open balustrade met gesloten middenverhoging met alliantiewapen en kroon en verder vier vazen. De gevel heeft versieringen onder de ramen en een rijk geaccentueerde middentravee. De ingang en de venster daarboven hebben omlijstingen. Vooral de deuromlijsting met zijn Ionische pilasters is bijzonder rijk uitgevoerd. Helaas is het snijraam boven de ingang vervangen door een (te) opvallende reclame. De ingangspartij ontleent zijn deftige karakter vooral ook aan de dubbele stoep met harpstukken. Merk op hoe de stoepbalustrade meebuigt met de lijn van de harpstukken. Ook de flesbalusters op de stoep dateren uit 1726/27. Het alliantiewapen in de middenverhoging op de kroonlijst is in 1781 gewijzigd. In dat jaar bewoonden Hendrik Hoeufft en Margaretha Geelvinck het huis. Het is hun alliantiewapen dat de gevel siert. Het huis staat bij stadsgidsen bekend om de anekdote dat Lodewijk Napoleon hier gelogeerd zou hebben, voordat hij zich vestigde in het voormalige stadhuis, het huidige Paleis op de Dam.
Gevel Herengracht 520
Foto: W. Schoonenberg / Digitaal Grachtenhuis
Gevel Herengracht 520
Eén van de meest monumentale gangen van Amsterdam
Achter de voordeur bevindt zich een later aangebracht tochtportaal. In 1726/27 was dit portaal er nog niet. In de 18de eeuw wilde men een onbelemmerd uitzicht hebben op de marmeren gang met stucwerk in dezelfde vormentaal als de voorgevel. De gang uit 1726/27 behoort tot de meest monumentale gangen van Amsterdam. Behalve stucwerk en reliëfs met een decoratieprogramma in de Lodewijk XIV-stijl bevinden zich in twee nissen grote stucbeelden die de Losbandigheid en Matigheid voorstellen. Tegenover deze nissen bevindt zich het monumentale trappenhuis met lichtkoepel. De trapbaluster in vlammende acanthusstijl is duidelijk van een andere hand dan het stucwerk van de gang. Misschien is het nog van 1686 in welk geval het fraaie houtsnijwerk twee verbouwingen heeft overleefd.
De verbouwing van 1781–1783 heeft twee kamers in Lodewijk XVI-stijl opgeleverd, de linker-voor- en achterkamer. In deze kamers bevinden zich witmarmeren schouwen, stucplafonds en bovendeurstukjes. Vooral de bovendeurstukjes gemaakt door Joannes van Dregt (1737–1807) zijn bijzonder: het betreft het vroegste voorbeeld van een Etruskische cameeënstijl. Het schouwstukje in de linker-voorkamer is echter gemaakt door Nelly Bodenheim in ca. 1927 in de trant van Van Dregt.
Gang Herengracht 520
Foto: W. Schoonenberg / Digitaal Grachtenhuis
Gang Herengracht 520
De koetsier laten ‘opdraven’
De achtergevel dateert nog uit 1686 en toont een grote zonnewijzer. Achterin de uitzonderlijk diepe tuin staat aan de Keizersgracht het koetshuis (Keizersgracht 635). De koetsier woonde op de bovenverdieping van het koetshuis. Aan de achtergevel van het Herengracht-huis hangt de bel die geluid werd om de koetsier te laten “opdraven”. De koets werd op de Keizersgracht naar buiten getrokken om helemaal om het blok heen vervolgens op de Herengracht voorgereden te kunnen worden.
Bouwgegevens
Gebouwtype: Woonhuis (dubbel huis)
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl: Lodewijk XIV
Bouwjaar: 1686, 1726/1727
Opdrachtgever/eerste gebruiker: Jeronimus de Haze de Georgio (1651–1725) (1686), Hendrik Hoeufft & Margaretha Geelvinck (1781)
Monumentstatus: Rijksmonument
Meer informatie over dit grachtenpand is te vinden op de website van het Digitaal Grachtenhuis
Publicatiedatum: 18/03/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.