Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

IJmuiden: “Aan het eind van de zomer mochten de hutten in de brand gestoken worden.”

Dit is een verhaal van het Verhalenpaviljoen, een initiatief van de kustgemeenten en Provincie Noord-Holland. In de zomer van 2010 en 2011 ging het Verhalenpaviljoen in verschillende kustplaatsen op zoek naar de lokale identiteit. Dit heeft geresulteerd in tientallen prachtige persoonlijke verhalen van bewoners, bezoekers en ondernemers uit Den Helder, Bergen, Zandvoort, IJmuiden, Wijk aan Zee, Castricum en Callantsoog. Verhalen over vroeger en nu, over de zee, het strand, de samenleving, monumenten en gebouwen. Hier lees je een van deze bijzondere verhalen, die het karakter van de kustplaatsen versterken en onze kust aantrekkelijker maken voor bewoners, ondernemers en bezoekers.

Verhalenpaviljoen IJmuiden

Verhalenpaviljoen IJmuidenVerhalenpaviljoen IJmuiden

Een ruim strand zonder achterland

Aad Bol, geboren op 29 mei 1944 te Santpoort, woont met zijn vrouw Dineke in Driehuis. Aad heeft al meer dan veertig jaar een strandhuisje dat destijds van zijn schoonouders was. Zij stonden daar al voor de oorlog. “Er stonden ook veel mensen uit Amsterdam; het is nu een Yuppendorp geworden. Vroeger was er veel saamhorigheid; er was een winkelstraatje op het oude strand. Iedereen ging daar boodschappen doen.” Toen de pier werd verlegd, is hij naar het kleine strand verhuisd, naar een mooi bestaand huisje.

Volgens Aad heeft IJmuiden een van de ruimste stranden van de Noordzeekust. “Dat zou beter benut kunnen worden. Het Boulevard had bijvoorbeeld zoals in Scheveningen en Noordwijk georganiseerd kunnen worden. Er zijn maar twee jachthavens die op zee uitkomen, zoals in IJmuiden. Er is echter niets omheen gecreëerd. Je kunt er alleen je boot neerleggen en het dorp zelf ligt te ver weg. Dat is jammer. Het achterland ontbreekt. Er is niet eens een winkeltje, zoals een supermarktje.”

De levendige zomers van toen

Vanaf april tot eind september lagen de stranden vol met mensen. Kinderen van Amsterdamse families gingen tijdens het zomerseizoen naar school in IJmuiden en in de weekenden op en neer naar de hoofdstad.

In de zomervakanties gingen de kinderen vroeger met een bolderkar hout sprokkelen vanaf de vloedlijn en met een hamer en een kilo spijkers hutten bouwen en aardappels piefen. Aan het eind van de zomer mochten de hutten in de brand gestoken worden. Er werden voor de kinderen daarnaast allemaal dingen georganiseerd door enkele vrijwilligers. Er was dan een echtpaar dat voetbalwedstrijden of penaltyschieten organiseerde. In de strandpaviljoens werd er veel geklaverjast en er waren volleybaltoernooien

Nu is er heel veel regelgeving. Vroeger was dat veel minder en iedereen wist gewoon hoe het werkte. Mensen namen vroeger nog hun matrassen mee van huis, omdat ze geen mogelijkheid hadden om zomaar terug te gaan. Ze gingen wel maandag naar huis om te gaan wassen.

Publicatiedatum: 29/07/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.