Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Haarlem

,,I have found my country"

Vergeldingsactie in de duinen bij Bloemendaal

De Haarlemse opperrabbijn Philip Frank, zes andere Haarlemmers en drie Velsense burgers vonden op 2 februari 1943 bij een massa-executie de dood. Diep geschokt maakte Haarlem op die dag voor het eerst kennis met een grote Duitse vergeldingsactie. Een dag ervoor waren al 102 Haarlemmers gearresteerd om naar het concentratiekamp Vught te worden afgevoerd. De Duitse bezetters namen met de executie wraak naar aanleiding van een schietpartij op de Verspronckweg op zaterdag 30 januari dat jaar, die een Duitse onderofficier het leven kostte. Twee gedenkstenen aan weerszijden van een wandelpad in de duinen bij Bloemendaal markeren de plaats waar de vergeldingsactie plaatsvond.

> Book 6 min

Jan Kievit

Haarlemmer Jan Kievit (1923-1943) stak na een woordenwisseling in 1942 de vrouw van een NSB’er dood in Haarlem. Hierop besloot het Duitse Obergericht (de hoogste Duitse rechtbank in Nederland) hem tot de doodstraf te veroordelen en hem in 1943 te fusilleren. Nadat er twijfel was ontstaan over de status van de Haarlemmer die op de erelijst van Gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog staat, heeft het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) hier onderzoek naar gedaan. Wie was Jan Kievit en wat was er exact gebeurd?

> Book 5 min

Aangetreden Jeugdstorm op de Gedempte Oude Gracht

Op 31 maart 1942, even na twee uur ’s middags stonden ruim zevenhonderd Jeugdstormers en -stormsters aangetreden op de Gedempte Oude Gracht. Ze kwamen uit Haarlem en uit verschillende streken van Noord-Holland. In marsorde waren de jeugdige NSB-ers vertrokken van het Stationsplein, waar ze vergeefs hadden gewacht op de Amsterdamse Jeugdstorm-muziekgroep. Die was echter per vergissing op de trein naar Alkmaar gestapt. Enige Haarlemse drummers namen de honneurs waar. Op die middag in maart werden 280 aspirant stormers, door het afleggen van een gelofte, officieel geïnstalleerd. “Als uit één mond klonk het”, schreef het Haarlems Dagblad op 1 april 1942, “Ik stormer, beloof eerlijk en trouw in Godsvertrouwen alles te geven voor het vaderland.”

> Book 4 min

De aanslag op het Prinsen Bolwerk

In de nacht van 20 op 21 april 1941 werd op het Prinsen Bolwerk in Haarlem een Duitse spoorwegman neergeschoten. Voor zover bekend was het de eerste keer tijdens de bezetting dat in Haarlem een Duitser onder vuur kwam te liggen. Drie weken later arresteerde de Sicherheitsdienst (SD) de dader in Rotterdam. Hij was opgespoord door Anton van der Waals, de sluwste en gevaarlijkste landverrader uit de oorlogsjaren. Het was diens eerste ‘werkstuk’ en Van der Waals bewees daarmee zijn waarde voor de Duitse contraspionage. Nog voor het einde van de oorlog zou hij meer dan honderd verzetsmensen verraden. Ruim zestig van hen stierven in concentratiekampen of vonden de dood voor het vuurpeloton. Een van hen was Hans Bierhuijs, de schutter in de nacht op het Prinsen Bolwerk.

> Book 4 min

De ondergrondse pers in Haarlem 1940-1945

Johannes Hoogendoorn stierf op 25 mei 1944 voor het vuurpeloton. Vlakbij de naar deze verzetsstrijder vernoemde straat bevond zich op de Burgwal zijn bedrijf: de Haarlemsche Handelsdrukkerij. Hoogendoorn drukte op zijn persen onder andere ‘De Vonk’. ‘De Vonk’ was een illegale publicatie van de Communistische Partij. Die had doorgaans dezelfde inhoud als het door deze partij uitgegeven blad ‘De Waarheid’. Onder deze titels bestreken deze verzetsbladen geheel Nederland. ‘Vrij Nederland’, ‘Het Parool’ en ‘Trouw’ waren nieuwe kranten die tijdens de bezetting voor het eerst verschenen. Bij al deze publicaties waren Haarlemmers betrokken: als drukker, organisator en verspreider. Om in het gehele land te kunnen verschijnen, hadden deze bladen een grote organisatie nodig. Ze waren daardoor kwetsbaar en de bezetters spanden zich tot het uiterste in om deze organisaties op te rollen. Bij die inspanningen boekten ze helaas regelmatig successen. Hoogendoorn was niet de enige Haarlemmer die gearresteerd werd en het leven liet.

> Book 4 min

Illegale Haarlemse bladen tijdens de bezetting

Tijdens de bezetting verschenen in Haarlem en omgeving tientallen ondergrondse bladen. De reguliere dagbladen waren verboden of verschenen onder censuur. Het nieuws werd daarin op een Duitsgezinde manier gepresenteerd, of zelfs doodgezwegen. Zo ontstond een grote behoefte aan ander nieuws. Dat boden de zogenaamde ‘illegale bladen’. Het was namelijk streng verboden om ongecensureerde informatie te verstrekken. Daarop stond de doodstraf of deportatie naar een concentratiekamp. Eén van die illegale bladen was ‘De Patriot’. Het verscheen in Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en in de Haarlemmermeer. Na de bevrijding zou ‘De Patriot’ nog enige tijd als gewoon dagblad verschijnen. Het hield aanvankelijk kantoor bij de uitgeverij Boom-Ruijgrok op de Gedempte Oude Gracht, later had het een pand in de Grote Houtstraat. Daar is nu Perry Sport gehuisvest. ‘De Patriot’ en de andere bladen verschenen dankzij de inspanningen van veel moedige mensen. Sommigen moesten daarvoor de ultieme prijs betalen. Zij stierven voor het vuurpeloton of in Duitse kampen en gevangenissen.

> Book 4 min

Machinefabriek Figee en de Februaristaking

Op woensdagmorgen 26 februari 1941 legden 380 arbeiders van de machinefabriek Figee in Haarlem het werk neer. Op dinsdagmiddag waren al ongeveer vierhonderd personen bij Conrad en Stork Hijsch in staking gegaan. In de loop van woensdag sloten werknemers van de Haarlemsche Scheepsbouwmaatschappij en van de Haarlemsche Overhemden Industrie ‘Kerko’ zich bij de acties aan. De stakingen op de 25e en 26e zijn de geschiedenis ingegaan als de ‘Februaristaking’.

> Book 4 min

Onderduiken in Haarlem

“Mijn vader wilde naar het kamp toe. Hij kreeg een oproep zich te melden en wilde gaan, omdat hij dacht dat hij te werk zou worden gesteld. Mijn moeder smeekte hem niet te gaan, ze was doodsbang. Uiteindelijk liet hij zich overhalen en zijn we ondergedoken”, vertelde Liesje de Vries na de oorlog. Feitelijk waren er voor joden slechts twee manieren om aan deportatie naar de kampen te ontkomen: onderduiken of proberen via een vluchtroute Zwitserland of Engeland te bereiken. Na februari 1943 mochten joden niet meer in Haarlem wonen. Plichtsgetrouw als altijd maakten de ambtenaren van de afdeling Bevolking de balans op van de deportaties en gedwongen volksverhuizing. Het bleek dat 523 joden administratief spoorloos uit de stad verdwenen waren; vertrokken zonder een adres op te geven. Die joden hadden, zo moeten we aannemen, een onderduikadres gevonden. Zoiets meldde je uiteraard niet op het stadhuis.

> Book 4 min

Haarlemse joden naar Kamp Westerbork

In de nacht van 25 op 26 augustus 1942 vertrok vanaf het rangeerterrein bij de Westergracht een speciale trein. Daarin zaten 179 Haarlemse joden. De trein bracht ze naar Kamp Westerbork – vóór de oorlog een kamp voor naar Nederland gevluchte Duitse joden –  in Drenthe. Enige dagen later werden de meesten van hen daar opnieuw in een trein geladen. Die reed rechtstreeks naar Auschwitz. Daar vonden meer dan 110 Haarlemse joden op 31 augustus, minder dan een week na hun gedwongen vertrek uit de Spaarnestad, de dood in de gaskamers. Van het bestaan van de gaskamers was toen nog niemand in Nederland op de hoogte.

> Book 3 min

Marcherende WA-mannen

Op 17 juli 1941 opende de NSB haar nieuwe kringhuis aan de Paviljoenslaan 3. Ir. Anton A. Mussert, de leider van de beweging, bracht bij deze gelegenheid een van zijn vele bezoeken aan Haarlem. Op de foto zien we alleen mannen in NSB-uniformen. Buiten beeld zouden nog enige Haarlemmers kunnen staan, maar waarschijnlijk niet veel. NSB-ers werden gehaat, of op zijn minst bespot.

> Book 6 min

Brood op de bon

In de bezettingstijd werden steeds meer artikelen schaars en voor de burgers slechts verkrijgbaar met bonkaarten van het distributiestelselOnderduikers waren aangewezen op hulp van het verzet om de bonnen  te bemachtigen. In Haarlem ging dat soms mis.

> Book 6 min

Kroniek van bezet Haarlem: de meidagen

Op vrijdag 10 mei 1940 werden de Haarlemmers, bij zonsopgang, gewekt door het aanhoudende gebrom van vliegtuigmotoren. Al snel voegde zich daarbij, vanuit de verte, het geluid van het luchtafweergeschut. Verward, niet wetend wat hun overkwam, liepen ze de straat op. Mannen en vrouwen, vaak in hun nachtgoed met daaroverheen een haastig aangetrokken jasje, stonden in groepjes bij elkaar en vroegen zich af wat er gaande was. De oorlog was begonnen, maar die werkelijkheid drong maar langzaam door. Even daarna kwam de bevestiging via de radio: ‘de Duitse horden’ waren Nederland binnengevallen.

> Book 4 min

De Kleine Haarlemmersluis (Haarlem)

In het westen van Spaarndam liggen nog wat resten van een oude sluis. Je ziet er een deel van een vloeddeur en een stukje van de sluiskolk. Er staat geen druppel water meer in, als het tenminste niet te hard geregend heeft. Ook de waterwegen die van en naar de sluis liepen, zijn gedempt. Wat we hier kunnen zien, zijn de overblijfselen van de zogenaamde Kleine Haarlemmersluis die functioneerde tussen 1519 en 1897. Er liggen en lagen meer sluizen bij Spaarndam, maar deze sluis was de enige die uitsluitend het belang van Haarlem diende.

> Book 3 min

Bier en water

Geen mens zou het nu nog in zijn hoofd halen om water uit het Spaarne te gebruiken bij het brouwen van bier. Toch kon de bierbrouwerij in Haarlem ooit een florerende industrietak worden dankzij de aanwezigheid van schoon Spaarnewater. Een overvloedige voorraad schoon en helder water is noodzakelijk in verschillende stadia van het brouwproces. Het uitgeschonken gerstenat, met zijn soms in bloemrijke taal geprezen schuimkraag, bestaat voor wel negentig procent uit water. Maar niet alleen als leverancier van schoon water hielp het Spaarne de bierbrouwerij. Ook als vaarwater voor het aan- en afvoeren van grondstoffen en eindproducten speelde de rivier een rol van niet te onderschatten betekenis.

> Book 3 min

Het Spaarne

Een grote rivier is het niet en is het ook nooit geweest. Maar voor de geschiedenis van Haarlem staat de betekenis van die rivier, van het Spaarne, buiten kijf. Het Spaarne meandert met zijn S-vormige krul al vele eeuwen door de stad. Veel van de activiteiten die Haarlem groot maakten waren mogelijk door de ligging aan dit water. Vóór de komst van de spoorwegen en het moderne wegverkeer was het Spaarne de levensader die Haarlem met de wereld verbond. Sommige steden danken hun groei aan hun betekenis voor het landsbestuur of aan hun militair-strategische ligging. Andere steden, en daartoe behoort Haarlem, groeiden door handel en industrie. Voor een omvangrijke handel- en industriesector is de toegang tot open vaarwater nog steeds belangrijk, vroeger was het zelfs essentieel. Maar oorspronkelijk deed het Spaarne, net als andere rivieren, niets anders dan overtollig water van het land naar zee brengen. Dit deed hij al ver voor het begin van onze jaartelling.

> Book 4 min

Haarlem mobiliseert

Sinds 29 augustus 1939 was de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger in volle gang. Drie dagen daarna begon de Tweede Wereldoorlog toen het Duitse leger Polen aanviel. Ook Haarlem, met zijn Ripperda- en Koudenhornkazerne (nu hoofdbureau van politie), was opkomstplaats voor talrijke soldaten.

> Book 3 min

Dutch cocoa

In de eerste helft van de jaren zestig kampten bijna alle grote Nederlandse ondernemingen met personeelstekorten. Droste Cacaofabriek (nu Dutch Cocoa BV) aan de Harmenjansweg in Haarlem sloot zich aan bij de snel groeiende rij Nederlandse bedrijven die personeel gingen aanstellen uit landen als Italië, Spanje, Joegoslavië, Marokko en Turkije. We kennen deze werknemers nu nog steeds als ‘gastarbeiders van de eerste generatie’.

> Book 0 min